VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

In een beroepszaak bij het Kifid is DeGiro veroordeeld tot een schadevergoeding van 31.500 euro. De broker heeft orders niet uitgevoerd op de wijze die was overeengekomen (via een smart order router in plaats van direct to market). Bovendien heeft de financiële dienstverlener onjuiste informatie gegeven en klanten willen misleiden. De VEB heeft DeGiro om opheldering gevraagd.

De VEB wil van DeGiro op korte termijn volledige openheid van zaken over deze kwestie en heeft daarvoor een uitgebreide vragenbrief gestuurd. Uit de antwoorden moet duidelijk worden waarom DeGiro de orders niet heeft uitgevoerd zoals overeengekomen, welke winst de broker hierdoor ten onrechte heeft behaald en hoeveel beleggers hierdoor mogelijk zijn gedupeerd.

Vorig jaar kwam de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (Geschillencommissie) in deze zaak nog tot een bedrag dat DeGiro moest betalen van 3.027,30 euro (zie dit artikel van 9 november 2022). Dit was voornamelijk een vergoeding van 3.000 euro aan betaalde transactiekosten.

De klacht van de belegger houdt in hoofdzaak in dat DeGiro orders van de belegger anders is gaan uitvoeren dan was overeengekomen, door deze niet direct to market op Euronext te plaatsen, maar via de smart order router van Morgan Stanley (MSSOR).

Volgens de Geschillencommissie kon echter niet worden vastgesteld dat DeGiro klanten bewust heeft willen misleiden en zou de schade slechts 27,30 euro bedragen voor één order waar de belegger een prijsverbetering had kunnen hebben als deze order ‘direct to market’ op Euronext was uitgevoerd.

De Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening (Commissie van Beroep) oordeelt echter anders.

Betere prijs
Tegen een (bindende) uitspraak van de Geschillencommissie is, onder voorwaarden, beroep mogelijk bij de Commissie van Beroep van Kifid. De belegger stelde beroep in tegen de uitspraak van 3 oktober 2022: volgens hem is de orderuitvoering bij DeGiro al sinds februari 2020 anders dan was overeengekomen en heeft dat veel meer nadeel opgeleverd. Dat heeft hij in het kort als volgt uiteengezet.

Orders van een belegger die direct to market op Euronext worden geplaatst, worden opgenomen in het orderboek en kunnen vanwege hun beperkte omvang in het algemeen in hun geheel, tegen betere prijzen, worden uitgevoerd.

Alternatieve handelsplatformen, door de eigenaren eufemistisch “smart order routers” genoemd, zouden orders bundelen, die daarna doorgaans in delen, over de hele wereld, en niet gelijktijdig worden aangeboden. Flitshandelaren zouden daarmee de gelegenheid hebben om in fracties van seconden de prijs te beïnvloeden.

DeGiro heeft dit niet kunnen weerleggen, oordeelt de Commissie van Beroep in haar uitspraak. Naar het oordeel van de Commissie van Beroep heeft de belegger voldoende aannemelijk gemaakt dat hij nadeel heeft ondervonden van het onjuist uitvoeren van zijn orders door DeGiro.

DeGiro en de belegger zijn bij een mondelinge behandeling overeengekomen dat het nadeel van het onjuist uitvoeren van de orders moet worden bepaald op 7.500 euro.

Misleiding
Ook is de Commissie van Beroep zeer kritisch op de informatievoorziening van DeGiro aan haar klanten. Terwijl de Geschillencommissie eerder meende dat niet vastgesteld kon worden dat DeGiro klanten bewust heeft willen misleiden, oordeelt de Commissie van Beroep anders. Volgens haar staat vast dat DeGiro al in februari 2020 orders niet meer direct to market uitvoerde, maar via de smart order router van Morgan Stanley. “DeGiro heeft de klanten onjuist ingelicht, omdat zij op overzichten van het uitvoeren van orders is blijven vermelden dat de orders direct to market op Euronext waren geplaatst, terwijl dit in werkelijkheid niet het geval was.”

Een e-mail van 2 april 2020 die DeGiro stuurde aan klanten over het uitvoeren van orders via de MSSOR was nietszeggend en ook op de website van de broker is de informatie niet aangepast, aldus de Commissie van Beroep. Het document met betrekking tot het orderbeleid is pas op 8 oktober 2020 vervangen door een nieuw document, waarop nota bene 2 april 2020 als datum was vermeld.

De Commissie van Beroep oordeelt hierover: “Het staat gelet op de verklaring die namens DEGIRO bij de mondelinge behandeling in beroep is gegeven, thans vast dat DEGIRO hiermee heeft willen ‘verdoezelen’ dat het document pas op 8 oktober 2020 op de website was geplaatst.”

Vasthoudend
De Commissie van Beroep schrijft dat is gebleken dat de belegger alleen door veel tijd en vasthoudendheid de waarheid boven tafel heeft weten te krijgen, tegen de pogingen van DeGiro in om die waarheid onder tafel te houden. Hij heeft uitgezocht en onderbouwd dat DeGiro haar klanten niet goed heeft voorgelicht.

De kosten die de belegger heeft gemaakt, komen voor vergoeding in aanmerking. De Commissie van Beroep heeft daarvoor geschat hoeveel werk en tijd de belegger in de zaak heeft gestoken. Het zou gaan om een periode van 16 maanden, waarin de belegger gemiddeld 15 uren per maand aan de zaak heeft moeten besteden. De schade per uur zou 100 euro bedragen. Dat komt totaal neer op 24.000 euro.

Bijzonder onzorgvuldig
De slotsom van de Commissie van Beroep is dat de uitspraak van de Geschillencommissie niet in stand kan blijven. Zo is er een stuk harder geoordeeld over de handelwijze van DeGiro. De Commissie van Beroep noemt deze bijzonder “onzorgvuldig jegens de consument en daarmee in strijd met de verplichtingen die DeGiro jegens de consument had”.

VEB-directeur Gerben Everts heeft eerder in het FD gereageerd. Als er meer gedupeerden zijn, dan moet de broker dat ook aangeven, vindt hij. “We verwachten een bericht van DeGiro waarin ze laten weten dat de procedures aangescherpt zijn.” Als er meer gedupeerden zijn, dan moet de broker dat ook aangeven. “Dit is geen kleine beleggingsinstelling meer. Daar past een bepaalde verantwoordelijkheid bij.”