Opties bieden beleggers allerlei mogelijkheden om in te spelen op koersbewegingen of om risico’s af te dekken. Het plaatsen van een goede order is daarbij belangrijk. Hoe is een gunstige uitvoering te krijgen en wat zijn de valkuilen bij het inleggen van orders? In dit artikel een aantal aandachtspunten op een rij.
Wie een optie-order wil inleggen op de beurs krijgt niet standaard de scherpste prijs. Dat hangt af van het type order en de liquiditeit in de markt. Om dat goed te begrijpen, eerst een stukje achtergrond. Opties worden uitgegeven door de optiebeurs en zijn contracten met een tegenpartij. Euronext bijvoorbeeld faciliteert en garandeert de afwikkeling van deze contracten.
De tegenpartij van uw optietransactie kan bestaan uit andere (particuliere) beleggers, maar in de praktijk is het meestal een “market maker”. Dat zijn professionele partijen die koop- en verkoopprijzen afgeven in alle opties op bijvoorbeeld een aandeel. Meerdere handelshuizen concurreren met elkaar om de scherpste prijzen af te geven.
Liquiditeit in opties
Wanneer er veel opties worden verhandeld, is sprake van een hoge liquiditeit. Dat vertaalt zich in een kleine ‘spread’, het verschil tussen de prijs waarvoor een effect op een bepaald moment gekocht (laatprijs) en verkocht kan worden (biedprijs). Die spread is voor de belegger een ”verborgen” kostenpost die nadelig doorwerkt in het rendement. Een spread van twee eurocent is in de regel klein te noemen en die van een euro groot.
Als er echt te weinig liquiditeit is in bepaalde opties, zoals bij opties op bijvoorbeeld Exor – dan is het onverstandig hierin een transactie te doen. Het kost dan te veel marge om de transactie te doen. Wanneer u later de optiepositie wenst terug te draaien, dan is het wederom moeilijk.
Krappe spread |
Wijde spread |
Korte looptijd (tot 3 maanden) |
Lange looptijd (vanaf 9 maanden) |
Groot bekend aandeel (zoals ING) |
Onbekend en/of klein aandeel (zoals Exor) |
Out-of-the-money optie |
In-the-money optie |
Een losse order
Op welke prijs kan de belegger proberen het beste een uitvoering krijgen? De prijzen die de belegger ziet op het scherm zijn altijd mogelijk. Een belegger die wil kopen, ziet de verkoopprijs in de markt. Dit is de laatprijs. Dat betekent niet automatisch dat dit de prijs is die daadwerkelijk betaald moet worden.
Een voorbeeld. Stel dat een belegger wil handelen in de putoptie op het aandeel ArcelorMittal (code MT) met een uitoefenprijs van 20 euro die afloopt in december 2025. Deze optie geeft de koper het recht om aandelen te verkopen tegen 20 euro. Bij een dalende koers neemt de kans toe dat de optie waardevol wordt en wordt uitgeoefend. Bij een stijgende koers daalt die kans juist. Met de stand van ArcelorMittal op moment van schrijven van 26,71 euro heeft deze serie geen intrinsieke waarde. De markt is nu 0,47 euro en 0,54 euro. Het midden van de bandbreedte is in dit geval 50,5 eurocent.
Afhankelijk van hoeveel spoed er is bij de belegger om de transactie af te wikkelen is het in deze situatie het proberen waard om net boven het midden van de bandbreedte, dus 51 eurocent, een order in te leggen. Wanneer deze na bijvoorbeeld een kwartier nog niet uitgevoerd is, is de order aan te passen. De belegger kan de prijs met een eurocent verhogen, naar 52 eurocent.
Een optie heeft meestal betrekking op 100 aandelen, dus de totale premie is 100 keer de prijs. Een extra eurocent komt dan neer op 1 euro. Het is hier van belang om zeker ook te kijken naar het aantal contracten dat er aan beide kanten van de bandbreedte ligt. Dat zijn er op moment van schrijven aan beide kanten meer dan 1000. Dan is ervan uit te gaan dat deze prijs volledig voor rekening komt van de market makers.
De kans dat de order wordt uitgevoerd is vooraf moeilijk in te schatten. Dat hangt af van de market makers en de instellingen van hun “elektronische oog”. Dit laatste zijn de computersystemen van market makers - die handelen de meeste orders automatisch af.
Risico bij orders midden in de spread
Aan het plaatsen van optieorders met een limiet tussen de koop- en verkoopprijs kleeft een belangrijk risico: adverse selection. Dit betekent dat de order alleen uitvoering krijgt indien de marktomstandigheden iets in het nadeel veranderen van de belegger die de order heeft ingelegd. Bij het voorbeeld van ArcelorMittal houdt dit in dat de order waarschijnlijk wordt uitgevoerd als de koers stabiel blijft of kortstondig stijgt.
Bij een plotselinge scherpe koersdaling van het onderliggende aandeel (ArcelorMittal in dit voorbeeld) zal de order niet tegen 52 eurocent worden uitgevoerd. De belegger krijgt dan geen positie, terwijl deze die juist had gewild. De belegger zag het goed, maar mist alsnog de boot.
Pakketvoordeel met de combinatie order
Een belegger die meerdere opties tegelijk doorgeeft, kan het best gebruik maken van een combinatieorder. De ‘put- of callspread’, waarbij een optieserie wordt aangekocht en een andere wordt verkocht – is daar een voorbeeld van. Als een soort pakketdeal is dan een betere prijs te bedingen. De market maker wil graag het risico beperken, en in een put- of callspread gaat dat automatisch.
Het is dan wel aan de belegger om goed te gaan rekenen. Als voorbeeld nemen we de MT Dec 25 – 20 putspread. Dat betekent het kopen van de 25 put, en het verkopen (schrijven) van de 20 put.
Koopprijs | Verkoopprijs | |
MT P25 19DEC25 | 1,68 euro | 1,75 euro |
MT P20 19DEC25 | 0,47 euro | 0,54 euro |
Het midden van de 25 put spread is 1,715 euro en de 20 put komt uit op 0,505 euro. Het verschil tussen de middenprijzen is 1,21 euro (1,715 euro te betalen - 0,505 euro te ontvangen). In het midden is er een redelijke kans op uitvoering wanneer een limiet van 1,22 euro (te betalen) wordt meegegeven. Komt die uitvoering van de order er niet, dan is het alsnog mogelijk de prijs te verhogen met een cent.
Nooit bestensorders
Erg belangrijk bij optieorders is om alleen gebruik te maken van limietorders. Het gevaar van market orders (ook wel: bestens) is dat een belegger afhankelijk is van wat er in de optiemarkt ligt aan prijzen.
In sommige gevallen trekken market makers plotseling hun optieprijzen terug. Bijvoorbeeld als ze in afwachting zijn van een spannend rentebesluit van de ECB, midden op de dag. Een belegger die dan een market order geeft, kan onaangenaam worden verrast. De 3 eurocent spread die kort daarvoor nog te zien was, kan plotseling een euro breed zijn. De order kan dan tegen een veel slechtere prijs dan verwacht worden uitgevoerd.