Weer of geen weer. Lang leek het alsof Randstad kon blijven uitdelen aan aandeelhouders. Maar nu het economische klimaat verslechtert en er steeds meer cash vastzit bij klanten, wordt het elastiek steeds verder opgerekt. Beleggers houden voorlopig alleen het vaste bodemdividend over.
De krimp vlakt af. Randstad zag de omzet in het tweede kwartaal met 2,3 procent dalen, een minder forse teruggang dan analisten hadden verwacht. Vooral in Zuid-Europa, met name in Spanje en Italië, keerde de groei voorzichtig terug. In Duitsland, Frankrijk en Nederland bleef de omzet echter dalen.
CEO Sander ’t Noordeinde sprak van “een verbetering ten opzichte van het eerste kwartaal”. Hij wees op groeiende interesse in recruitment outsourcing en het effect van eerdere kostenbesparingen. Die kostenmaatregelen lijken iets op te leveren.
Ondanks de krimp bleef de onderliggende EBITA-marge stabiel op 3,0 procent. Maar de beoogde bandbreedte van 5 tot 6 procent is nog ver weg. Van herstel is nog geen sprake. “De muziek klinkt weer een beetje, maar het is niet meer dan dat”, aldus topman ’t Noordeinde tijdens de cijferpresentatie.
Randstad creëert nauwelijks nog waarde
De uitzendmarkt zit op slot: weinig mobiliteit, zwakke vraag naar flexibel personeel en een economie die nauwelijks aantrekt. Randstad ondervindt daar dagelijks de gevolgen van, zo blijkt ook uit de ontwikkeling van het rendement op geïnvesteerd kapitaal (ROIC).
Dat zakte naar 10 procent, gelijk aan het rendement dat kapitaalverschaffers minimaal willen zien. Met andere woorden: Randstad creëert geen waarde voor aandeelhouders.
Ook de beurskoers vertelt dat verhaal. Rond de 42 euro noteert het aandeel nauwelijks hoger dan vijf jaar geleden. Het is puur dankzij het dividend dat beleggers over die periode een plusje hebben kunnen bijschrijven van zo’n 7 procent per jaar.
Randstad blijft daarmee gevangen in de economische cyclus. Zolang die tegenzit, komt het concern niet los van de bodem.
Rendement op geïnvesteerd vermogen op laagste punt in vijf jaar tijd
Bron: Kwartaalverslagen Randstad en analyse VEB. WACC van 10 procent op basis van analistentaxaties. Aangepaste winst staat gelijk aan de operationele winst (EBITA) minus belastingen.
Werkkapitaal werkt tegen
Opmerkelijk: zelfs in deze fase van krimp lukt het Randstad niet om cash vrij te spelen via het werkkapitaal. Dat zit zo: Randstad schiet de lonen van uitzendkrachten voor en krijgt het geld pas later van de klant. Normaliter, als de vraag daalt, valt die voorfinanciering grotendeels weg – wat juist ruimte op de balans oplevert.
Maar bij Randstad gebeurt het omgekeerde. Klanten betalen steeds later. Denk aan grote afnemers als Albert Heijn, Action, ASML en Rabobank. De zogenoemde debiteurendagen zijn opgelopen tot 56 – een historisch hoogtepunt. Ondertussen betaalt Randstad zijn uitzendkrachten wél op tijd.
Het werkkapitaal loopt daardoor op. Randstad maakt de lonen van uitzendkrachten wél over, maar ziet dat geld pas weken later terug op de eigen rekening. Inmiddels beslaat het werkkapitaal zo’n 5,3 procent van de omzet, een procentpunt meer dan een paar jaar geleden. Bij een jaaromzet van ruim 24 miljard euro tikt dat hard aan.
Het gevolg: een krimpende kasstroom. In de eerste helft van 2025 kwam Randstad uit op 141 miljoen euro aan vrije kasstroom. Dat is goed voor zo’n 80 cent per aandeel.
Het gros van de kasstroom komt doorgaans in de tweede helft van het jaar – onder meer doordat vakantiegeld in het voorjaar wordt betaald. Maar Randstad moet nog flink aan de bak om het bodemdividend van 1,62 euro én groeiplannen uit eigen middelen te financieren.
Kasstroom schiet tekort: Randstad moet sprinten voor dividend
Bron: Jaarverslagen Randstad en analyse VEB. Bedragen in euro per aandeel. *Het dividend van 2025 H1 reflecteert het jaarlijkse bodemdividend van 1,62 euro per aandeel zoals opgenomen in Randstad’s uitkeringsbeleid. Er is officieel nog geen dividend voorgesteld voor 2025.
Uitkeringsbeleid in het nauw
Randstad keert 50 tot 70 procent van de nettowinst uit, met een ondergrens van 1,62 euro per aandeel. Die bodem geldt zolang de financiële gezondheid dat toelaat.
Daar zit nu spanning op. In 2024 was de vrije kasstroom nog net genoeg voor het vaste dividend. Maar voor overnames (Zorgwerk en Torc, samen zo’n 410 miljoen euro) en aandeleninkoop (180 miljoen euro) moest Randstad extra lenen.
Gevolg: een historisch hoge leverage ratio van 1,8x, die bovendien ver boven de interne grens van 1x ligt voor extra uitkeringen. Zolang deze schuldratio boven de 1 zit, zijn aanvullende dividenden of inkopen uitgesloten.
Het vaste bodemdividend lijkt voorlopig houdbaar. Maar ook de grens van 2,0x – Randstads definitie van ‘financieel gezond’ – komt in zicht.
Geen ruimte voor extra’s: schulden drukken op uitkeringsbeleid
Bron: Kwartaalverslagen Randstad en analyse VEB.
Marktherstel nodig
Van een noodsituatie is geen sprake – Randstad mag van zijn banken de schuldratio zelfs opvoeren tot 3,5x. Maar de rek is eruit. Voor extra uitkeringen of overnames is voorlopig geen ruimte.
Zolang de omzet stagneert, de marges dun blijven en het werkkapitaal blijft knellen, zit er niets anders op dan het minimumbeleid. De balans houdt stand, maar de ruimte is op. Zonder marktherstel rest weinig meer dan dividenddiscipline.