VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Tijdens de beleggersdag van 9 september presenteerde Unilevers ijsdivisie voor het eerst zelfstandig haar plannen aan analisten en beleggers. Onder de nieuwe naam The Magnum Ice Cream Company (TMICC) wil de tak medio november naar de beurs in Amsterdam, met secundaire noteringen in Londen en New York. Voor beleggers de hamvraag: is dit een smakelijke deal of vooral een opluchting voor Unilever?

Opvallend is de timing van de presentatie. Begin dit jaar stapte ceo Hein Schumacher al na anderhalf jaar – compleet onverwacht – op. Zijn plaats werd ingenomen door oud-financieel directeur Fernando Fernández. Binnen TMICC zelf staat Peter ter Kulve aan het roer, met voormalig Heineken-topman Jean-François van Boxmeer als president-commissaris. “Deze beleggersdag is een belangrijke stap in het splitsingsproces van Unilever”, aldus Van Boxmeer. De twee bestuurders moeten beleggers overtuigen dat TMICC zelfstandig kan groeien.

Dat Unilever afscheid neemt van zijn ijsjes, is minder verrassend dan het lijkt. Ondanks het marktleiderschap met een mondiaal marktaandeel van 21 procent (7,9 miljard euro omzet in 2024) en toonaangevende merken als Magnum, Ben & Jerry's en Ola, past de divisie slecht bij de rest van de onderneming. Zo is er weinig overlap met andere takken en liggen de aangepaste operationele winstmarges (underlying operating margin) met circa 12 procent fors lager dan de ruim 18 procent die de overige onderdelen realiseren. Daarbij komt dat de ijstak relatief kapitaalintensief is, met hoge investeringen in vriezers en distributie (altijd gekoeld). De afzet is bovendien sterk afhankelijk is van seizoenen en zonuren. 

Voor beleggers betekent TMICC een wereldleider in ijs, maar ook een bedrijf waarvan de prestaties sterk door het weer worden beïnvloed. Voor Unilever zelf betekent de afsplitsing een eenvoudiger en winstgevender profiel. Zelfstandig kan TMICC juist gerichter investeren in innovatie, premiumconcepten (denk aan Magnum-bonbons) en groei in opkomende markten als China en India waar nu nog weinig ijs wordt gegeten. Tegelijkertijd moet een kostenprogramma de winstgevendheid verhogen.

Ambities van Magnum
Tijdens de beleggersdag op dinsdag 9 september presenteerde topman Ter Kulve ambitieuze groeiplannen. Vanaf 2026 mikt TMICC op een autonome omzetgroei van 3 tot 5 procent. Dat is meer dan de verwachte groei van de wereldwijde ijsmarkt (3 à 4 procent). Analisten vinden dat ambitieus, want volgens dataleverancier Visible Alpha ligt hun groeiconsensus onder de 3 procent per jaar.

Ook moet de aangepaste ebitda-marge op middellange termijn met 40 tot 60 basispunten per jaar stijgen. Om dat te bereiken voert het bedrijf tot 2028 een kostenprogramma van een half miljard euro, onder meer door het aantal leveranciers te halveren, meer technologie in te zetten en het hoofdkantoor in Amsterdam te versoberen. 

Zodra de kapitaalinvesteringen zijn genormaliseerd op 4 tot 5 procent van de omzet, verwacht TMICC dat de vrije kasstroom in 2028 en 2029 tussen 800 miljoen euro en 1 miljard euro zal liggen. Voor beleggers is ook belangrijk dat het bedrijf in 2027 voor het eerst dividend wil uitkeren, met een payout van 40 tot 60 procent van de nettowinst.

Wat is TMICC waard?
De hamvraag blijft wat deze belofte waard is? Een inventarisatie van recente analistenrapporten door de VEB laat zien dat de geschatte waardering voor de ijsjestak van Unilever tussen de 10 en 15 miljard euro ligt. Dat komt neer op 8 tot 12 keer de ebitda van 2024, die vorig jaar op 1,3 miljard euro uitkwam. Ter vergelijking: de huidige ondernemingswaarde (beurswaarde plus nettoschuld) van Unilever bedraagt circa 160 miljard euro. 

Een notering van 10 miljard euro maakt TMICC daarmee goed voor zo’n zes procent van de groepswaarde, bij 15 miljard euro loopt dat op tot ruim negen procent.

Zo denken analisten over de waardering van het ijsbedrijf

Bron: analistenrapporten betreffende banken. *betreft de gemiddelde waardering. Bedragen in miljarden euro’s. Van hoog naar laag. Inventarisatie VEB.  

De onderkant van de bandbreedte weerspiegelt scepsis over de grilligheid van het verdienmodel, de bovenkant veronderstelt dat de belofte van stabiele groei en hogere marges ook daadwerkelijk waargemaakt wordt. Snackbedrijven als Hershey, Mondelez, PepsiCo en Nestlé waarmee het TMICC-bestuur zich op de beurs wil vergelijken worden tegen stevige(re) waarderingsmultiples verhandeld, maar ijs blijft seizoengevoelig en kapitaalintensief.

Wat blijft er over van Unilever?
Het concern behoudt nog 20 procent van TMICC, een belang dat in de komende vijf jaar stapsgewijs wordt afgebouwd. Voor Unilever-aandeelhouders betekent de afsplitsing dat zij voor elk aandeel Unilever minimaal één TMICC-aandeel ontvangen. Voor de AEX betekent dit een nieuwe toetreder. De echte winst voor beleggers zit waarschijnlijk in het afgeslankte Unilever.

Zonder de ijsdivisie wordt het concern voorspelbaarder en winstgevender, waardoor Fernández zich volledig kan richten op het stroomlijnen van bijvoorbeeld de voedingsdivisie. Dat heeft weliswaar sterke merken zoals Knorr en Hellmann’s – samen goed voor meer dan 60 procent van de omzet van het voedingsonderdeel Nutrition (13,4 miljard euro in 2024) – maar ook tal van kleinere namen die minder renderen. Fernández gaf eerder aan dat er ongeveer één miljard euro omzet uit deze divisie moet verdwijnen om de marges verder op te krikken.

Als de beursnotering van TMICC in november slaagt en beleggers de waardering richting de bovenkant van de bandbreedte duwen, is dat niet alleen goed nieuws voor het ijsbedrijf zelf, maar ook een belangrijk signaal dat Unilever eindelijk weer een geloofwaardig pad naar waardecreatie heeft gevonden. 




Gerelateerde artikelen