Biotechbedrijf Pharming heeft aankomend stermedicijn Rhucin nog steeds niet op de markt. Intussen geeft het bedrijf meer geld uit en blijven mijlpaalbetalingen uit voor de tweede troef, Lactoferrine. De bodem van de geldkist komt een keer in zicht. Wat als Pharming dit jaar geen Europese toestemming krijgt voor Rhucin?
Pharming zag in 2009 het nettoverlies uitkomen op 32,1 miljoen euro. Een jaar eerder was dit 26,2 miljoen euro. Daar staan net als in de andere jaren geen materiële inkomsten tegenover.
Resultaten blijven vooralsnog uit. Het aantal persberichten van Pharming over de ontwikkelingen van het op de markt krijgen van het medicijn Rhucin is eindeloos. Maar het middel tegen acute zwellingen van zacht weefsel kreeg tot nu toe nog niet de begeerde toestemming van de Europese toezichthouders EMEA.
Lange adem
Het biotechnologiebedrijf probeert al jaren goedkeuring te krijgen voor het medicijn. Twee keer eerder werd de aanvraag afgewezen, in december 2007 en maart 2008.
De eerste keer zou het dossier te weinig inzicht bieden in de werkzaamheid en bijwerkingen van Rhucin. Bij de tweede poging vond de EMEA dat het dossier nog steeds te beperkt was.
In september 2009 diende Pharming voor de derde keer het verzoek in, vergezeld van een nieuw dossier waarin onderzoek met 70 patiënten centraal staat.
Vertrouwen
De aanstaande beslissing van de EMEA valt volgens bestuursvoorzitter Sijmen de Vries in het komend najaar. Na het eerdere ‘nee' heeft De Vries alle vertrouwen dat dit keer een ‘ja' klinkt.
Dat is hard nodig, want wat als Pharming geen toestemming krijgt om Rhucin op de markt te brengen?
Bij de aandeelhoudersvergadering in april afgelopen jaar, wees bestuursvoorzitter Sijmen de Vries nog op : de deal voor (, gewonnen uit melkwei) met het Turkse Aslan.
Plan b van de baan
Maar die overeenkomst werd beëindigd. Pharming meldde in januari van dit jaar dat het tot dat moment had ontvangen van de Turkse partner.
Die bleek om diverse redenen van ‘regelgevende, logistieke en juridische aard' de activiteiten nog niet gestart. En dus meldde De Vries op zoek te moeten naar andere geïnteresseerde partijen.
Daarmee heeft Pharming een magere basis over. Er is weliswaar nog de pot van financier YA Global. Die faciliteit werd in het laatste kwartaal van 2009 uitgebreid met 10 miljoen euro, naar 30 miljoen euro. Daarvan is nog een bedrag van 23,4 miljoen euro beschikbaar.
Maar daar zingt het biotechbedrijf het, gezien het huidige uitgavenpatroon, geen jaren meer mee uit.
Weer wat lucht
De nadruk moet dus komen te liggen op het sluiten van commerciële deals. Als Pharming een nieuwe partner kan vinden voor lactoferrine en ook commerciële overeenkomsten kan sluiten voor Rhucin, krijgt het bedrijf weer wat lucht.
Maar het kan pas echt ademhalen als Rhucin de markt op mag. Hoewel de ‘grote slag' die het bedrijf met het middel zou slaan, in de tussentijd steeds kleiner is geworden.
Bij de eerste poging het medicijn goedgekeurd te krijgen, rekenden analisten op honderden miljoenen potentiële omzet voor Pharming. De concurrentie zat de afgelopen jaren echter niet stil. Zo ontving concurrent op 1 december jongstleden toestemming om haar medicijn te lanceren op de Amerikaanse markt. Hierdoor zijn de omzetperspectieven voor Rhucin minder rooskleurig geworden.
Resultaten blijven vooralsnog uit. Het aantal persberichten van Pharming over de ontwikkelingen van het op de markt krijgen van het medicijn Rhucin is eindeloos. Maar het middel tegen acute zwellingen van zacht weefsel kreeg tot nu toe nog niet de begeerde toestemming van de Europese toezichthouders EMEA.
Lange adem
Het biotechnologiebedrijf probeert al jaren goedkeuring te krijgen voor het medicijn. Twee keer eerder werd de aanvraag afgewezen, in december 2007 en maart 2008.
De eerste keer zou het dossier te weinig inzicht bieden in de werkzaamheid en bijwerkingen van Rhucin. Bij de tweede poging vond de EMEA dat het dossier nog steeds te beperkt was.
In september 2009 diende Pharming voor de derde keer het verzoek in, vergezeld van een nieuw dossier waarin onderzoek met 70 patiënten centraal staat.
Vertrouwen
De aanstaande beslissing van de EMEA valt volgens bestuursvoorzitter Sijmen de Vries in het komend najaar. Na het eerdere ‘nee' heeft De Vries alle vertrouwen dat dit keer een ‘ja' klinkt.
Dat is hard nodig, want wat als Pharming geen toestemming krijgt om Rhucin op de markt te brengen?
Bij de aandeelhoudersvergadering in april afgelopen jaar, wees bestuursvoorzitter Sijmen de Vries nog op : de deal voor (, gewonnen uit melkwei) met het Turkse Aslan.
Plan b van de baan
Maar die overeenkomst werd beëindigd. Pharming meldde in januari van dit jaar dat het tot dat moment had ontvangen van de Turkse partner.
Die bleek om diverse redenen van ‘regelgevende, logistieke en juridische aard' de activiteiten nog niet gestart. En dus meldde De Vries op zoek te moeten naar andere geïnteresseerde partijen.
Daarmee heeft Pharming een magere basis over. Er is weliswaar nog de pot van financier YA Global. Die faciliteit werd in het laatste kwartaal van 2009 uitgebreid met 10 miljoen euro, naar 30 miljoen euro. Daarvan is nog een bedrag van 23,4 miljoen euro beschikbaar.
Maar daar zingt het biotechbedrijf het, gezien het huidige uitgavenpatroon, geen jaren meer mee uit.
Weer wat lucht
De nadruk moet dus komen te liggen op het sluiten van commerciële deals. Als Pharming een nieuwe partner kan vinden voor lactoferrine en ook commerciële overeenkomsten kan sluiten voor Rhucin, krijgt het bedrijf weer wat lucht.
Maar het kan pas echt ademhalen als Rhucin de markt op mag. Hoewel de ‘grote slag' die het bedrijf met het middel zou slaan, in de tussentijd steeds kleiner is geworden.
Bij de eerste poging het medicijn goedgekeurd te krijgen, rekenden analisten op honderden miljoenen potentiële omzet voor Pharming. De concurrentie zat de afgelopen jaren echter niet stil. Zo ontving concurrent op 1 december jongstleden toestemming om haar medicijn te lanceren op de Amerikaanse markt. Hierdoor zijn de omzetperspectieven voor Rhucin minder rooskleurig geworden.
Gerelateerde artikelen