VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Aegon krijgt moeite om zijn buffers te laten renderen

Aegon ligt op schema om de financiële doelstellingen voor volgend jaar te halen. Alleen de doelstelling voor het rendement op eigen vermogen is een lastig te nemen horde vanwege de stevige buffers van het concern.

Verzekeraar Aegon zet na een sterk tweede kwartaal weer een stap richting de financiële doelstellingen voor eind 2015.

Halverwege het jaar haalt Aegon al 35 procent van de inkomsten uit provisies (doel 2015: 30 tot 35 procent), valt de operationele winstgroeidoelstelling met 7 procent binnen de target van 7 tot 10 procent en komt de vrije kasstroomdoelstelling van 1,3 tot 1,6 miljard euro al aardig in beeld (nu 1,2 miljard euro).

In een klimaat waarin de historisch lage rente verzekeraars chronische pijn doen omdat belegde premies nauwelijks renderen, is dit geen slechte prestatie.

Hefboomprobleem
De vierde doelstelling lijkt echter een lastigere horde: een rendement op eigen vermogen (REV) van tussen de 10 en 12 procent eind volgend jaar.

Dit rendement bedraagt halverwege het jaar 8,8 procent. Als de zogeheten ‘run-off businesses’ – kort gezegd (portefeuilles) in het verleden verkochte verzekeringsproducten die inkomsten generen maar waar de verkoopactiviteiten zijn stopgezet – niet worden meegenomen, bedraagt de ratio 9,6 procent.

Het rendement op het eigen vermogen van deze run-off businesses bedraagt slechts 2,3 procent. Het benodigde kapitaal voor deze tak zal in de komende jaren afnemen als de polissen aflopen en deze uit de boeken verdwijnen.

Maar aangezien de polissen nog tussen de 5 en 20 jaar lopen, heeft Aegon hier weinig aan voor de doelstelling van volgend jaar.

Hoe kan het dan dat de REV-doelstelling verder uit het zicht is dan de andere doelstellingen? Aan de teller van de breuk, de winst, lijkt het niet te liggen. Het bedrijf gebruikt hier als maatstaf de operationele winst, die met een groei van 7 procent al voldoet aan één van de andere 3 doelstellingen.

Het probleem zit in de teller, oftewel het bufferkapitaal (eigen vermogen). Ieder kwartaal benadrukt topman Alexander Wynaendts de noodzaak van hogere buffers: klanten zouden nooit mogen twijfelen dat hun inmiddels ruim 500 miljard euro aan opgebouwd vermogen veilig is belegd.

Maar dit zorgt dat er ook voor het getal in de noemer groter wordt. Het eigen vermogen van Aegon nam tussen 30 juni van dit en vorig jaar toe met 2,7 miljard euro tot 20,3 miljard euro.

Halverwege vorig jaar waarschuwde Aegon beleggers al dat de REV-doelstelling door het verbeteren van de balans (‘deleveraging’) het meest lastig zou worden om te realiseren. Een rendement van tussen de 8 en 10 procent zou realistischer zijn.

De verzekeraar zal de winstgevendheid nog flink moeten opkrikken wil het aan de zelf opgelegde rendementseis van tussen de 10 en 12 procent kunnen voldoen.

Sterftetabellen
Aegon liet over het algemeen sterke resultaten zien. Het operationele resultaat steeg in het tweede kwartaal met 7 procent tot 514 miljoen euro in vergelijking met het tweede kwartaal van 2013.

De hoge instroom van gelden voor vermogensopbouw, maar vooral de flink gestegen beurzen in de Verenigde Staten, waren hier debet aan.

Een punt van zorg voor beleggers zat in de hogere levensverwachting in de Verenigde Staten. Voor levensverzekeraar Aegon – ‘Leven’ is goed voor 44 procent van de inkomsten – is dit een probleem omdat het langer moet uitbetalen.

Aegon zal in het derde kwartaal de sterftetabel aanpassen, hetgeen zal resultaten in een afboeking. De Haagse verzekeraar wil nog niet aangeven hoeveel extra kapitaal het zal moeten aanhouden als de bijstellingen zijn doorgevoerd.

Wel geeft Aegon aan dat de portefeuille met verzekeringen die het relevantst is voor de aanpassing ongeveer 15 miljard euro bedraagt. De aanpassing betreft vooral klanten die ouder zijn dan 85 jaar.

De onduidelijkheid over de sterftetabel lijkt beleggers zorgen te maken. Na fractioneel in de plus te openen, zakte het aandeel in de loop van de dag weg tot een min van 2,7 procent in de middag (koers 5,80 euro).

Mager dividend 
Topman Alex Wynaendts benadrukte bij de cijferpresentatie, zoals elk kwartaal, dat de balans van het concern sterk is.

De solvabiliteit bedraagt 211 procent (IGD) en op groepsniveau bedraagt het kapitaaloverschot 1,7 miljard euro.

Het concern realiseerde een vrije kasstroom van 370 miljoen euro, waarvan de helft wordt uitgekeerd als dividend over de eerste helft van het jaar. De uitkering komt neer op 11 cent per aandeel.

Beleggers zijn, zeker gezien de sterke kapitaalpositie, teleurgesteld dat het dividend niet stijgt. Halverwege vorig jaar kregen beleggers er een cent interim-dividend bij.

De gemiddelde analist rekent wel op een stijging van het dividend over de tweede helft van het jaar tot 12 cent. Het totale dividend over boekjaar 2014 bedraagt dan 23 cent. Dit betekent bij de huidige koers van 5,80 een dividendrendement van ongeveer 4 procent.

Maar een daadwerkelijk verhoging van het dividend is nimmer een zekerheid: ‘we willen ons dividend duurzaam laten groeien en niet op basis van een of twee goede kwartalen´, aldus topman Wynaendts in een toelichting.

MEER AEGON:

15 mei 2014

20 februari 2014

7 november 2013

8 augustus 2013




Gerelateerde artikelen