VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Sinds begin deze maand steeg de beurskoers van de lege beurshuls Phelix zonder enige aanleiding met honderden procenten. Phelix-ceo Duijvestijn waarschuwt voor de koersexplosie, maar profiteert zelf volop via zijn beleggingsfonds MountainShield. Het fonds zou deze maand een prestatievergoeding kunnen incasseren die kan oplopen tot meer dan een miljoen euro.

“In onze rol is het niet wenselijk om uitspraken te doen of een koers hoog of laag is”. Dat zei  Phelix-bestuursvoorzitter Selwyn Duijvestijn, tevens beheerder van het MountainShield beleggingsfonds dat een grote positie heeft in Phelix, nog maar vijf dagen geleden.

Gisteren moest Duijvestijn die terughoudendheid alweer opgeven. Via een persbericht geeft hij een niet mis te verstane koerswaarschuwing af: “Hoewel de recente ontwikkelingen bij Phelix zonder meer als positief kunnen worden gekwalificeerd, komt de mate van de koersstijging van het aandeel niet overeen met de onderliggende waarde van het bedrijf.”

Phelix waarschuwt in het bericht voor de zeer beperkte verhandelbaarheid van de aandelen. Doordat circa 90 procent van het kapitaal in handen is van drie grootaandeelhouders, waaronder het MountainShield-fonds van Duijvestijn, is er op veel dagen slechts een order van een paar duizend euro nodig om flinke bewegingen op het koersbord te krijgen.

Natuurlijk heeft een lege beurshuls waarde. Via een reverse listing kan immers een nieuw bedrijf ingebracht worden in een bestaande beursnotering en een duurdere officiële beursgang via de voordeur worden omzeild. Maar een waarde van meer dan 18 miljoen euro lijkt buiten alle proporties, te meer omdat er nog geen concrete plannen zijn over mogelijk in de beurshuls in te brengen activiteiten.

Andere lege beurshulzen als Lavide, Nedsense en DocData kennen een beurswaardering die tussen de 3 en 5 miljoen schommelt. Phelix is zelfs meer waard dan beursfondsen die wel activiteiten ontplooien en daadwerkelijk omzet realiseren. Te denken valt aan fondsen als Porceleyne Fles (circa 7 miljoen euro) en chiptester Rood Microtec (17 miljoen euro).  

 

Doorslaande winst

Het bericht van Phelix komt na een week waarin het aandeel haast iedere dag met afstand de grootste stijger op het Damrak is. Sinds het begin van de maand explodeerde het aandeel van 0,85 euro tot 3,20 euro: een rendement van maar liefst 276 procent.

Bij de slotkoers van dinsdag (20 juni) van 3,20 euro per aandeel bedraagt de beurswaarde meer dan 22 miljoen euro. De intrinsieke waarde – in dit geval niet meer dan het geld dat op de bankrekening staat gedeeld door het aantal uitstaande aandelen – bedraagt slechts 7 cent per aandeel. De beurskoers ligt dus een factor 45 hoger dan de intrinsieke waarde.

In de handel woensdagochtend (21 juni) viel de koers van het aandeel meteen met een kleine 20 procent terug tot 2,60 euro. Ondanks Duijvestijns waarschuwing is de beurswaarde nu nog altijd meer dan 18 miljoen euro.  

 

Grootaandeelhouder in Phelix

Ondanks de daling op de beurs na de koerswaarschuwing van dinsdag ziet het er naar uit dat het aandeel Phelix in de maand juni een torenhoog rendement zal boeken.

Dat zal ook de resultaten van beleggingsfonds MountainShield een behoorlijke oppepper geven. Phelix, ooit Inverko maar nu een beurshuls zonder operationele activiteiten met een kleine half miljoen euro in kas, is de grootste positie in de portefeuille van Mountainshield. Moutainshield heeft circa 40 procent van de aandelen Phelix in bezit.

In november vorig jaar verkreeg MountainShield ruim 2,8 miljoen aandelen in Phelix (destijds Inverko) tegen 20 cent per aandeel. Mede doordat de verkrijgingsprijs van de aandelen ver onder de beurskoers van rond de 75 cent lag, kon MountainShield een rendement presenteren van bijna 23 procent over jaar 2016.

In de marketinguitingen van MountainShield laat Duijvestijn meestal onbesproken dat ongeveer de helft van dit jaarrendement uit de boekwinst op het Phelix-belang komt.

De VEB was kritisch over de transactie en het risico op belangenconflicten door de twee petten van Duijvestijn als ceo van Phelix en manager van MountainShield.

 

Bonus

De investering in Phelix maakte eind mei 11,7 procent van het MountainShield-fonds uit. De koerswinst op Phelix vertaalt zich dus in een bijdrage aan het rendement van MountainShield van maar liefst 32,3 procent (276 procent maal 11,7 procent).

Aangezien MountainShield een prestatievergoeding van 20 procent in rekening brengt bij haar participanten worden Duijvestijn en zijn MountainShield-collega’s financieel niet slechter van de opmerkelijke koerssprong van Phelix. In een scenario waarin op de laatste handelsdag van deze maand de koers op 3,20 euro zou staan, brengt het MountainShield fonds een prestatievergoeding in rekening van maar liefst 1,3 miljoen euro (circa 20 miljoen euro fondsvermogen x 32,3 procent rendement x 20 procent prestatievergoeding).

Als gerekend wordt met de teruggevallen koers van woensdagochtend (2,60 euro) is de bijdrage van Phelix aan het MountainShield-fonds 24,1 procent. De prestatievergoeding zal in dat scenario circa 960 duizend euro bedragen.

 

Schaaij exit

Phelix is niet het enige kleine en zeer illiquide fonds waar MountainShield in belegt. Begin deze week werd eveneens bekend dat het fonds 200 duizend aandelen van de Verenigde Nederlandse Compagnie (VNC) overnam van Geert Schaaij. Schaaij is bestuursvoorzitter van VNC en verkocht een deel van de door hem privé gehouden VNC-aandelen aan MountainShield.

Geert Schaaij meldde tegenover nieuwsdienst ABM Financial News dat hij vooral heeft verkocht om “zijn belangen te spreiden”. Ook zou de zelfbenoemde beursgoeroe een aantal privé investeringen willen doen.

VNC is een investeringsmaatschappij waarin vooralsnog alleen onderdelen van de DGB Groep (energiebedrijf voor agrariërs) via een omgekeerde overname werden ingebracht. De VEB was halverwege maart kritisch over de transactie omdat VNC-ceo Schaaij verzweeg dat het eigen vermogen van DGB Groep jarenlang negatief was, en de accountant meerdere jaren  geen goedkeurende accountantsverklaring had afgegeven.

Door de gebrekkige informatie die VNC naar buiten brengt is het buitengewoon lastig om het bedrijf te waarderen.

Een maand geleden liet VNC overigens wel via een persbericht weten dat “de integratie (van DGB Groep, redactie) mede wordt bemoeilijkt doordat de boekhouding van die bedrijven geheel moet worden omgezet voor de VNC geldende regels, en dat blijkt lastiger dan verwacht”.

 

Stevige risico’s

Participanten in MountainShield moeten zich realiseren dat het fonds voor een groot deel uit illiquide en kleine beursfondsen bestaat. Door de flinke koersstijging van Phelix is de blootstelling van MountainShield aan dit fonds nu een kleine 30 procent (gerekend met beurskoers van 2,60 euro).

Als we daar de blootstelling aan Schaaij’s VNC – de recent aangeschafte aandelen en de eerder afgenomen converteerbare obligatie met hoofdsom van 1,2 miljoen euro bij optellen, bedraagt de totale blootstelling aan (potentiele) reverse-listing-beursfondsen bijna 40 procent.  

MountainShield gebruikt de beurskoersen van deze bedrijven om het rendement van het fonds te bepalen, maar het is zeer de vraag of de werkelijke waarde ook maar in de buurt komt van de koersen die op de borden staan. Ook moeten beleggers zich realiseren dat de aandelen van deze beursfondsen slecht verhandelbaar zijn. Kleine aan- en verkopen kunnen de koers tientallen procenten hoger, maar ook lager zetten.

In een scenario waarin beleggers, om wat voor reden dan ook, uit MountainShield stappen zal het fonds waarschijnlijk eerst de meer liquide beleggingen verkopen, waardoor de achterblijvers met slecht verhandelbare small cap posities zouden kunnen blijven zitten.

Aangezien beleggers in MountainShield op maandbasis in en uit kunnen stappen moet een belegger de vraag stellen of het verantwoord is om een belangrijk deel van de portefeuille in matig verhandelbare fondsen te beleggen.