VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Tweede kwartaalcijfers beter dan verwacht, vooral dankzij steeds belangrijker downstreamactiviteiten

Royal Dutch Shell heeft in het tweede kwartaal van dit jaar met een winst van 3,6 miljard dollar beter geboerd dan verwacht. Een licht hogere olieprijs hielp, maar vooral kostenbesparingen en de afname van investeringen dragen bij aan de winstgroei.

Nu Groot-Brittannië, Frankrijk en Noorwegen al (weliswaar in een tamelijk verre toekomst) het verbod van de benzine-auto al hebben aangekondigd is het logisch dat de mammoettanker die Shell is het roer vast begint om te gooien. De vraag is waar het bedrijf de komende decennia wel in gaat investeren.

Voorlopig krijgt ‘downstream’ de voorkeur. ‘Upstream’ (zoeken en winnen van olie en gas) is bij lage olieprijzen al snel onrendabel, met ‘downstream’ (raffinage en chemie) is langer geld te verdienen. Dit is nu in de cijfers te herkennen: met upstream werd vorig jaar ruim een miljard verloren en nu een schamele 339 miljoen verdiend. Bij downstream was de winst bijna 40 procent hoger op 2,5 miljard dollar. Bij de chemietak ging het resultaat zelfs maal 2,5: plus 152 procent.

Shell blijft een geldmachine. De operationele kasstroom was in het afgelopen kwartaal meer dan 11 miljard dollar, beter dan vorig jaar en ook meer dan in het eerste kwartaal van dit jaar. Het kwartaaldividend van 0,47 dollar per aandeel kan makkelijk worden gehandhaafd. Ondanks de lage dollarkoers is het dividendrendement op de aandelen Shell nu 6,8 procent.

Shell is zichzelf grondig aan het verbouwen. Ondanks de overname van BG Group wordt steeds duidelijker dat het bedrijf langzaam stopt met het zoeken naar nieuwe olie en gas, zo bleek ook uit een analyse van Bert van Dijk in het Financieele Dagblad van gisteren, de grafieken daarbij staan vandaag op Twitter.

De handel in olie en gas en de verwerking ervan tot brandstoffen en chemische stoffen worden snel belangrijker. Shell-topman Ben van Beurden zei daar eerder over: “Sommige mensen denken dat de vraag naar olie altijd zal blijven groeien. Dat geloof ik niet. Er zal sprake zijn van een piek in de vraag naar olie en die kan al in het volgende decennium optreden.”

Daarmee heeft ‘peak-oil’ een opvallende andere invulling gekregen. Deze theorie beschreef ooit hoe een piek zou worden bereikt in de olieproductie, waarna grote schaarste zou optreden wat zou kunnen leiden tot extreem hoge olieprijzen. Nu staat ‘peak oil’ ineens voor de piek in de vraag, die gaat afnemen door (onder meer) de omschakeling naar elektrisch rijden. Deze piek zou het tegenovergestelde kunnen brengen: grote overschotten die kunnen leiden tot extreem lage olieprijzen. Begin 2016 kregen we daar al een voorproefje van, toen de olieprijs even onder de 30 dollar zakte.

Het zoeken naar ruwe olie kostte Shell in de afgelopen twee jaar meer dan 4 miljard dollar. Met ‘downstream’ werd in de laatste twee jaar een kleine 20 miljard dollar verdiend. Als dat zo blijft, is het begrijpelijk dat Shell het zoeken naar olie liever aan anderen overlaat.




Gerelateerde artikelen