VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Paul Polman stopt na tien jaar als bestuursvoorzitter van Unilever. Per 1 januari wordt hij opgevolgd door Alan Jope. Toen hij net was aangetreden deed Polman een aantal beloften over de ontwikkeling van Unilever onder zijn bewind. Een terugblik laat zien dat het niet is gelukt die helemaal na te komen. Toch heeft de periode Polman voor aandeelhouders goed uitgepakt.

Volumegroei
Midden in de crisis, nadat het consumentvertrouwen was gekelderd zei Polman dat de groei omhoog moest. Unilever moest meer producten gaan verkopen. De onderliggende volumegroei bedroeg in de tien jaar voor Polman aantrad gemiddeld 2 procent, flink minder dan bij de belangrijkste concurrenten.

2010 was met bijna 6 procent volumegroei een sterk jaar, maar dat was waarschijnlijk vooral te danken aan herstel van de crisisjaren ervoor. Daarna zakt het groeitempo in naar enkele procenten en minder dan 1 procent in 2016 en 2017. Polman is er dus niet in geslaagd om Unilever echt duurzaam harder te laten groeien.

Kosten omlaag
Onder Polman’s voorganger Patrick Cescau was flink bespaard op de kosten met een verbetering van de winstgevendheid als resultaat. Polman ‘erfde’ een operationele winstmarge van 17,7 procent in 2008 en beloofde scherp oog te houden voor de winstmarge. Dat kon bijvoorbeeld door het aantal verschillende verpakkingen en recepten te beperken. Polman gaf ketchup als voorbeeld van een product waar het bedrijf dat mee kon doen.

In de jaren daarna zakte de winstmarge echter in naar 13,6 procent in 2012. Dit lag deels aan de moeilijke marktomstandigheden en de hevige concurrentie, maar de gebeurtenissen daarna laten zien dat dit niet het hele verhaal was.

In 2017, na een ongevraagde toenaderingspoging door Kraft Heinz, kondigde Polman namelijk aan er een schepje bovenop te doen met de kostenbesparingen. Over de eerste helft van 2018 bedroeg de winstmarge vervolgens 18,6 procent. Dat laat zien dat er wel degelijk ruimte voor verbetering was die in de eerste jaren onder Polman was blijven liggen.

De kasstroom beschermen
Polman zei ook dat hij de vrije kasstroom, de basis voor het dividend, zou beschermen. Deze bedroeg in 2009 zo’n 4 miljard euro. De drie jaar hierna gingen de investeringen (capex) echter met 1 miljard euro op jaarbasis omhoog waardoor de vrije kasstroom niet groeide en in 2014 zelfs zakte naar circa 3 miljard euro.

De investeringskraan werd hierna weer wat dichtgedraaid en de vrije kasstroom is inmiddels weer flink opgelopen. Ook op dit punt stuurde Polman dus bij nadat hij het eerder had laten lopen.

Gat in waardering met de concurrentie dichten
Er valt dus wel wat valt af te dingen op de resultaten van Unilever onder Polman. Toch is het oordeel van de markt behoorlijk positief. De topman zei in 2009 ook het gat te willen dichten in de waardering van het aandeel in vergelijking met de concurrentie. Met een waardering van circa 25 keer de winst, lijkt dat te zijn gelukt.

Concurrenten Procter & Gamble, Nestlé en Reckitt Benckiser hebben nu vergelijkbare waarderingen. Het totaalrendement op het aandeel Unilever over de laatste tien jaar (166 procent) was dan ook vooral dankzij die herwaardering van het aandeel veel beter dan dat van deze concurrenten.

Tijdens zijn bewind maakte Polman regelmatig duidelijk er zeker niet alleen voor de aandeelhouders te zijn. De topman maakte zich hard voor duurzaamheid en legde de nadruk op de maatschappelijke verantwoordelijkheid van het bedrijf. Achteraf heeft dat een herwaardering van Unilever door de markt niet in de weg gestaan. Aandeelhouders Unilever hebben niet te klagen over de periode Polman.




Gerelateerde artikelen