VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Het leek er vorig jaar op dat aan de extreem lage spaarrente geleidelijk een einde zou gaan komen. De paniek op de financiële markten heeft de rente echter gedrukt en de verwachtingen over de eerste renteverhoging van de ECB uitgesteld. Dat betekent dat het nog weer langer gaat duren voor een eind komt aan de extreem lage spaarrentes.

Voordat de beurs achteruit kachelde was het heersende idee nog dat de eerste verhoging door de ECB na komende zomer zou plaatsvinden. Terwijl de aandelenkoersen zakten zijn de obligatiekoersen echter weer wat opgelopen en de rente gedaald.

Het rendement op Nederlandse staatsobligaties die nog tien jaar lopen staat nu rond de 0,35 procent. Dat is het laagste niveau sinds eind 2016. Voor Duitse staatsobligaties geldt hetzelfde. De Duitse tienjaarsrente is gezakt naar 0,25 procent.

Op de obligatiemarkt wordt nu ingeschat dat de eerste renteverhoging sinds 2011 nog wat langer op zich zal laten wachten. De kans dat het nog dit jaar komt tot een ‘lift-off’, zoals de ECB het zelf noemt, is nog maar 45 procent.

Het economisch bureau van ABN Amro verwacht dat een eerste rentestijging pas in maart 2020 zal plaatsvinden en dan ook nog eens met niet meer dan 0,1 procentpunt. Daarna verwacht ABN nog een dergelijke stap in het najaar. Voor de tienjaarsrente verwacht de bank een stijging naar 0,9 procent eind 2020.

De ECB zelf houdt nog vast aan de planning van ‘na de zomer’, maar de toon is de laatste weken verzacht. In de notulen die deze week werden gepubliceerd is te lezen dat de centrale bankiers het verstandig vonden om nog eens te benadrukken dat het beleid altijd kan worden aangepast. Dat kan bijvoorbeeld nodig zijn als de inflatie wat inzakt.

Voor spaarders betekent dit dat er voorlopig geen verlichting aan zit te komen. Volgens cijfers van De Nederlandsche Bank is de gemiddelde rente op een vrij opneembaar spaartegoed nu nog circa 0,11 procent.

Dit is het voorlopige dieptepunt van een daling die vanaf 2012 in kleine stapjes steeds verder is gegaan. Juist die geleidelijke daling maakt waarschijnlijk dat het wel even zal duren voor de spaarrente weer serieus omhoog gaat.

Het zou natuurlijk kunnen dat banken een rentestijging sneller gaan doorgeven aan de spaarder dan dat ze hebben gedaan met de rentedalingen, maar dat ligt niet heel erg voor de hand.

Als de korte rente zoals ABN voorspelt eind 2020 nog steeds onder de nul zit en de tienjaarsrente nog steeds onder de 1 procent, zal er waarschijnlijk niet heel veel veranderd zijn aan de spaarrente.

Voordat spaarders dus echt weer kunnen rekenen op een beetje rente, is het nieuwe decennium al een paar jaar op weg. Voorlopig blijft het daarmee sappelen voor de spaarder. Alleen een termijndeposito biedt nog enig rendement, gemiddeld 1,39 procent volgens DNB, anders is beleggen het alternatief.

 




Gerelateerde artikelen