VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Weinig beleggers zullen het voor mogelijk hebben gehouden dat de Nederlandse staat een belang zou nemen in Air France-KLM. De verrassende stap in vijf constateringen.

Met de aanschaf van een groot pakket aandelen Air France-KLM heeft de Nederlandse Staat op een - voor Nederlandse begrippen - onorthodoxe manier haar tanden laten zien.

Zonder dat opzichtig van een noodsituatie sprake was heeft de Staat zich ingekocht in een buitenlandse onderneming, want dat is Air France-KLM tenslotte.

De verrassende actie van minister van financiën Wopke Hoekstra zal nog lang nagalmen op financiële markten en in de politiek. Een aantal conclusies kan nu al getrokken worden.

1. Onderneming wordt nog moeilijker te besturen
Een van de problemen die Air France-KLM al jaren tot een vrijwel onbestuurbaar bedrijf maakt is de voortdurende belangentegenstelling tussen tal van betrokken partijen. De onderneming grossiert in conflicten met eigen personeel en vakbonden en huppelt van de ene naar de andere impasse op bestuursniveau. De stromingenstrijd tussen de Franse en Nederlandse smaldelen van het bedrijf worden aangewakkerd door de grote verschillen in prestaties. KLM is sterk winstgevend, Air France blijft duidelijk achter.

Inmenging van de overheid is nooit ver weg. De Franse Staat heeft als grootaandeelhouder van topholding Air France-KLM een flinke vinger in de pap, terwijl de Nederlandse Staat een belang van 6 procent heeft in dochter KLM. Frankrijk heeft 14 procent van de aandelen in handen, maar de zeggenschap is groter omdat de aandelen van langetermijn aandeelhouders bij Air France-KLM zwaarder wegen.

Nu ook de Nederlandse Staat zich als grootaandeelhouder heeft gemeld wordt de situatie nog complexer. De Frans-Nederlandse bloedgroepenstrijd wordt hierdoor verder aangewakkerd, bedrijfsmatige keuzes worden verder naar de achtergrond gedrongen ten faveure van politieke en/of nationale belangen. De bestuurbaarheid van de onderneming is sinds dinsdagavond zeker niet verbeterd en dat is een zorgelijk vooruitzicht voor beleggers.

2. Positie Elbers onmogelijk
Voor KLM-topman Pieter Elbers moet de verrassende entree van de nieuwe aandeelhouder een hard gelag zijn. Vorige week was er nog de euforie over zijn contractverlenging. Ook de Minister van Financiën toonde zich verheugd over de herbenoeming van Elbers: “Ik verwelkom dit besluit (…) Voor het kabinet blijft onverkort dat de Nederlandse belangen in Air France-KLM beschermd moeten worden,” zo liet hij optekenen door de NOS. Toen kon niet vermoed worden hoe Hoekstra die woorden op korte termijn kracht ging bijzetten. Ook Elbers niet, want het is onbestaanbaar dat hij vooraf op de hoogte was van het voornemen van Hoekstra om een groot aandelenbelang te verwerven.

De president-directeur van KLM is in een zeer lastige positie terecht gekomen. De actie uit Den Haag is zeer slecht gevallen in Frankrijk en Elbers zal, meer dan ooit, worden gezien als de zetbaas die de belangen van Nederland moet verdedigen. Tegelijkertijd is hij als bestuurder verantwoordelijk voor het belang van de vennootschap. Dat is een niet te benijden spagaat.

3. Tot zover Mark Rutte, de Europese verbinder
Binnen de landsgrenzen is minister-president Mark Rutte kritisch over ‘Europa’, maar hij heeft in de EU de afgelopen tijd een prominente rol gekregen als verbindende factor binnen de Europese familie.

Rutte vergezelt Emmanuel Macron en Angela Merkel regelmatig op bijeenkomsten in het kader van brexit en de toekomst van Europa. Medio februari pleitte Rutte tijdens de prestigieuze Churchill-lezing in Zurich nog voor de noodzaak van krachtenbundeling in Europa om tegenwicht te bieden aan de VS, China en Rusland.

Maar nu is er de eigengereide actie om de nationale belangen te verdedigen als het om Air France-KLM gaat. Hoe begrijpelijk die stap ook moge zijn, de verbindende woorden van Rutte uit het recente verleden verliezen behoorlijk aan kracht door deze aankoop. De vraag is of dat op politiek gebied voor schade gaat zorgen.

4. De Staat terug op de beurs
Bij ABN Amro en Fortis moest de staat ingrijpen om het wankelende financiële systeem overeind te houden. Nu koopt de overheid aandelen in een bedrijf dat op het oog de weg omhoog weer heeft gevonden. De vliegmaatschappij boekte vorig jaar een operationele winst van 1,3 miljard euro.

De koers van het aandeel steeg dit jaar – tot aan woensdag – ruim een derde.

Waar nog niet zo lang geleden de heersende opvatting was dat staatsinmenging onwenselijk is, lijken steeds meer ondernemingen vandaag de dag te leunen op Den Haag.

Zo lijkt het dat PostNL en Sandd van een uitzonderlijke goedkeuring uit Den Haag gebruik moeten maken – waarmee de toezichthouder op een zijspoor wordt gezet – om te kunnen fuseren. Dat PostNL de facto een monopolie wordt lijkt daarbij van ondergeschikt belang.

Ruim tien jaar na de nationalisatie van ABN Amro bezit de overheid nog ruim de helft van de stemrechten van de inmiddels weer op de beurs genoteerde bank. De Volksbank, het voormalige SNS, is zelfs volledig in handen van de staat. Van enige aandrang om deze posities af te bouwen lijkt geen sprake.

Gezien de rationale van de investering in Air France-KLM – het veilig stellen van een “groot publiek belang” – heeft deze aankoop weinig met beleggen te maken.

5. Staat is een slechte belegger
Rendement maken is duidelijk niet de hoogste prioritiet van Hoekstra. Op de slotkoers van dinsdag was het belang van ruim 12 procent in Air France-KLM bijna 690 miljoen euro waard. Daar is door de koersval in ochtendhandel van woensdag nog circa 610 miljoen euro van over. Een verlies voor de belastingbetaler van 80 miljoen euro dus. 

Voor het perspectief. Ruim 15 jaar geleden betaalde Air France circa 780 miljoen euro voor heel KLM. Voor dit bedrag krijgt de Nederlandse staat nu een minderheidsbelang in de combinatie. Saillant gegeven is hierbij dat het kleine KLM (operationele winst van 1,1 miljard euro in 2018) veel winstgevender is dan Air France (266 miljoen euro).

De Nederlandse staat wil blijven kopen tot het een belang heeft dat even groot is als dat van de Franse staat (14 procent). Door de lagere beurskoers wordt het aankopen van die laatste pluk mogelijk wel iets goedkoper.

 




Gerelateerde artikelen