Bier is een voornaam slachtoffer van de door de coronapandemie gesloten bars en cafés. Dat bleek vorige week al uit de resultaten van het Belgische AB InBev, de grootste bierbrouwer ter wereld, en Heineken heeft een soortgelijke dreun te verwerken gekregen als zijn belangrijkste concurrent.

De organische volumekrimp, die geen rekening houdt met de effecten van overnames en desinvesteringen, bedroeg in het tweede kwartaal uiteindelijk ruim 19 procent. Over de eerste jaarhelft lag de verkochte hoeveelheid bier 11,5 procent lager.

Heineken had beleggers twee weken geleden in een tussentijds handelsbericht al voorbereid op de gevolgen van het pandemiekwartaal.

Hallucinant
Vooral in de twee regio’s Afrika en het Midden-Oosten (minus 15,9 procent) en de Verenigde Staten inclusief Brazilië en Mexico (minus 15 procent) was het coronaeffect het hevigst. De overige twee regio’s waar Heineken actief is, Europa en Azië-Pacific met als belangrijke landen Vietnam, Maleisië en Indonesië, noteerden respectievelijk een daling van acht en ongeveer vijf procent.

Voor een concern dat doorgaans ieder jaar wel organische volumegroei weet te behalen met merken als Heineken, Desperados, Strongbow en Tiger zijn dit hallucinante percentages. Behalve de prijzen die Heineken kan rekenen moeten idealiter ook volumes een positief effect op de omzet hebben. Deze beide factoren zijn een belangrijke determinant van de kracht van een bedrijf.

De op 1 juni aangetreden nieuwe Heineken-ceo Dolf van den Brink mocht bij zijn eerste cijferpresentatie direct de ongeziene krimpcijfers toelichten. Al sinds begin dit jaar heeft de wereldwijd actieve brouwer last van de pandemie. Allereerst gingen in China verschillende steden in lockdown en sloot de horeca de deuren. Niet veel later volgde de rest van de wereld.

“De moeilijkste maand was absoluut april”, zo zei Van den Brink tijdens de analistenbijeenkomst. Vanaf dat moment zag Heineken “week na week” verbetering in het grootste deel van de Heineken-afzetgebieden. Volgens Van den Brink was juni weliswaar een “sterke maand”, maar dat mogen beleggers niet zomaar doortrekken naar volgende maanden. “Die maand is geflatteerd omdat klanten weer voorraden aan het opbouwen waren na de lockdownmaatregelen”, aldus Van den Brink. Ook de bestuursvoorzitter van AB InBev zag vorige week een soortgelijke ontwikkeling. Hij signaleerde in juni eveneens een scherpe toename van de verkoop toen de horeca heropende en de voorraden werden aangevuld.

Zorgen over horeca
Voor bars, cafés en restaurants waren de maanden april en mei een regelrechte ramp. Heineken is sterk afhankelijk van de lucratieve horecaverkoop en juist hier heeft de brouwer de afgelopen jaar in het Verenigd Koninkrijk flink geïnvesteerd in de overname van honderden pubs.

Van den Brink wilde het geen negatieve verrassing noemen, maar hij maakt zich wel zorgen over de horeca. Dit kanaal zorgt voor ongeveer 35 procent van de groepsomzet en wordt nu zwaar geraakt.

“We verwachten weliswaar een geleidelijk herstel, maar dat zal er een zijn van twee stappen vooruit en dan weer een stap achteruit.”

Van den Brink blijft erbij dat de horecablootstelling een lange termijn concurrentievoordeel is waar Heineken hogere marges kan halen. Maar het is ook een tak van sport met een hogere vaste kostenstructuur en dan leiden lagere verkopen al snel tot een sterke winstval.

Afwaardering
Heineken heeft ook zijn bedrijfsmiddelen en de waarde van zijn merken in het coronatijdperk aan een nieuwe toets moeten onderwerpen. Aan het eind van vorig jaar was voor 38 miljard euro aan goodwill, merken, klantenbestanden en fabrieken op de balans verantwoord.

Die infrastructuur is volgens het concern nu deels herbeoordeeld. Dat leidde uiteindelijk tot een waardevermindering van 548 miljoen euro op de materiële en immateriële activa. Volgens Van den Brink zijn nieuwe prognoses opgesteld die uitgaan van een volledig herstel naar niveaus van 2019 binnen twee jaar. Ook is in de calculaties geen rekening gehouden met een nieuwe lockdown en allerhande beperkende overheidsmaatregelen.

Het bedrijf bleef twee weken geleden nog vaag over welke hoeken van het bedrijf het precies betrof. Nu blijkt dat de goodwillafboeking van in totaal 324 miljoen euro zat in Jamaica en Papoa Nieuw Guinea. Voor de vaste bedrijfsmiddelen (machines, fabrieken) kwam de impairment uit op 214 miljoen euro.

Deze maatregelen braken Heineken zuur op. In de eerste jaarhelft kwam het nettoverlies op 227 miljoen euro. Door de fors gedaalde verkoop halveerde de bedrijfswinst ruimschoots. Dit operationele resultaat daalde tot 827 miljoen euro. Aandeelhouders zijn ook met deze definitieve halfjaarcijfers niet gelukkig. Dat heeft mogelijk te maken met het feit dat Heineken zich nog niet durft te wagen aan een verwachting voor de rest van dit jaar. In het begin van de handelsmiddag stond het aandeel nog altijd op een verlies van drie procent.