VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

In de extra dikke zomereditie van Effect die begin juli verschijnt erkent Shell bij monde van executive comité-lid Harry Brekelmans dat het bedrijf tot nu toe te traag is met vergroenen. Maar hij waarschuwt ook: als we doen wat beweging Follow This wil heeft dat niets te maken met een gezonde bedrijfsvoering. Het moet raar lopen wil Shell niet in beroep gaan tegen de uitspraak van de rechter, zo blijkt uit het interview.

Ruim zes jaar zit Harry Brekelmans in het executive comité van Shell. Brekelmans had bij zijn aanstelling nooit kunnen vermoeden dat duurzaamheid het thema voor Shell zou worden, en dat de rechter het concern zelfs zou opleggen de uitstoot fors te verminderen.

Tot nu toe reageerde Shell maar mondjesmaat op het vonnis. In een open gesprek met Brekelmans kreeg de VEB de gelegenheid om dieper in te gaan op de vergaande implicaties van het vonnis voor het olie- en gasconcern. De rechter zou niet overzien wat de consequenties zijn van zijn uitspraak. ‘Het vonnis laat veel vragen open’.

Officieel buigt Shell zich nog over de uitspraak en eventuele vervolgstappen, maar het moet raar lopen als het bedrijf niet in beroep gaat. De inzet zal zijn: meer tijd. ‘We willen allemaal steeds sneller, aldus Brekelmans in het interview. ‘Maar er is een punt waarbij dit ongezond wordt, en dan schiet het zijn doel voorbij’.

De VEB stelde acht vragen aan één van de mogelijke opvolgers van ceo Ben van Beurden over onder meer het baanbrekende vonnis van de rechter, de implicaties hiervan voor Shells verdienmodel en het ‘pijnlijke’ besluit om vorig jaar in de pandemie het dividend te korten. Hieronder de eerste twee.

1. Zit er voor Shell een positieve kant aan het vonnis? 
“Ik zie wel een positieve kant. Het brengt een bredere maatschappelijke respons te weeg. De boodschap is dat we gezamenlijk actie moeten nemen. 

Het betekent hopelijk ook dat we sneller kunnen gaan. We moeten gebruik maken van de positie die we hebben. 

We denken ook niet dat dit vonnis fundamenteel afbreuk doet aan onze strategie. Je kunt het vertalen naar een strategie die in de juiste richting ligt, maar op veel vlakken sneller moet. En die snelheid hebben we – met het vele werk dat we gedaan hebben – niet kunnen vinden. En dit moeten we nu gaan onderzoeken.”

2. Kunt u echt volhouden dat de uitspraak geen afbreuk doet aan Shells strategie? 
“Shell en de rechter willen allebei de uitstoot in het systeem verminderen en in 2050 moet deze helemaal nul zijn. 

Het verschil zit hem in de snelheid. We willen allemaal sneller en sneller. Maar er is een punt waarbij dit ongezond wordt, en dan schiet het zijn doel voorbij. 

Het vonnis zegt dat we in 2030 onze scope-1 emissies (de uitstoot die Shell veroorzaakt bij de winning en verwerking van olie en aardgas, redactie) moeten reduceren met 45 procent. En dat is een resultaatverplichting dus dat moeten we echt doen. 

Stel dat we vanaf morgen helemaal geen olie oppompen bij Upstream (het onderdeel dat olie en gas oppompt, redactie). Dan gaan we die 45 procent bij lange na niet halen, want bij die tak van sport waren de Scope 1 emissies al aan het dalen en deze afdeling is verantwoordelijk voor minder dan 20 procent van onze directe uitstoot. 

Wat wel zou helpen is het afstoten van de chemiedivisie. Die zal volgens onze plannen in de toekomst goed zijn voor zo’n 30 tot 40 procent van de scope 1 emissies. Ik geloof niet dat chemie de grote duivel is in deze kwestie. De tak maakt dingen die de samenleving nodig heeft en daarbij is de uitstoot van chemie over de hele keten relatief laag omdat de scope 3 emissies laag zijn (dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld olie en gas. Bij chemie worden de producten niet verbrand bij gebruik, red). 

Wij willen de uitstoot van onze chemietak wel verminderen, maar niet met de snelheid die de rechter voor ogen heeft. Dat zou ten koste gaan van de hele chemiesector terwijl het per saldo niet leidt tot verminderde uitstoot. Het is echt een probleem dat de rechter dit niet goed doordacht heeft. 

En voor de uitstoot die ontstaat bij leveranciers en klanten, de zogenaamde scope 2 en 3, geldt een inspanningsverplichting. En je kan stellen dat Shell het hier eigenlijk best goed doet en de meest veelomvattende uitstootdoelstellingen in de sector heeft (scope 1, 2 en 3 van al onze activiteiten), inclusief de doelstelling om in 2050 net zero uitstoot te hebben. We spannen ons in om klanten producten met minder uitstoot te verkopen of deze te ontwikkelen. Je kunt dit als een ‘best effort’ lezen.”

Het volledige interview leest u in Effect 7/8, die begin juli verschijnt.

Effect, het magazine van de VEB, staat bol van beleggingsnieuws en analyses. Heeft u nog geen abonnement op Effect? Word voor slechts 75 euro per jaar lid van de VEB, dan ontvangt u Effect 11 keer per jaar.




Gerelateerde artikelen