Nog geen tien maanden na zijn aanstelling is topman Christian Schreyer alweer vertrokken bij Ebusco. Gezondheid, luidt de officiële reden. Maar het vertrek komt op een moment dat het bedrijf meer dan ooit moet vechten om te overleven.
De fabrikant van elektrische bussen uit Deurne kan de volgende crisis bijschrijven in zijn toch al overvolle dossier. De ceo stapt “per direct” op, “om gezondheidsredenen”, zo stelt Ebusco in een persbericht. Daarmee is het de zoveelste tegenslag voor het bedrijf, dat kampt met vertraagde leveringen, geldnood, een ontbrekende accountantsverklaring en een verstoord vertrouwen onder beleggers.
Schreyer kwam in september 2024 aan het roer, toen de problemen zich al opstapelden. Hij moest de boel keren met een ingrijpend saneringsplan, inclusief emissie. Ondanks al die moeite is Ebusco nog altijd verstrikt in productieproblemen en liquiditeitsstress.
Turnaround zonder tijd
Bij zijn aantreden werd Schreyer aangekondigd als de man met ervaring. Een cv vol openbaarvervoerreuzen als Deutsche Bahn en Transdev, en een reputatie in grote herstructureringen. Al snel lanceerde hij een nieuwe strategie: Ebusco zou zich niet langer richten op eigen productie, maar op ontwerp en uitbesteding – van OEM naar OED, in jargon. Niet onlogisch gezien de aanhoudende problemen om de bussenproductie op te schalen en afspraken naar klanten over leveringen na te komen.
Om dat plan te financieren kwam er een emissie, met steun van onder andere oprichter Peter Bijvelds, ING en de Chinese batterijproducent Gotion. Die investeringsronde leverde met veel pijn en moeite 28 miljoen euro op. Maar uit het prospectus bleek hoe nijpend de situatie was: de kaspositie was “ongeveer nul” en zelfs na de emissie bleef er een gat van 25 miljoen euro.
De hoop lag op een spoedige verkoop van geannuleerde bussen en overtollige onderdelen. De opbrengst daarvan zou het verschil moeten maken. Dat liep anders. Begin 2025 was het geld alweer op.
Faillissementsdreiging
In februari volgde een nieuwe kapitaalinjectie van 22 miljoen euro. Dat noodverband bleek eveneens onvoldoende. In april meldde Ebusco opnieuw dat het “zonder aanvullende middelen” richting faillissement koerst.
Eén van de financiers, Green Innovation, maakte in eerste instantie slechts de helft van een eerder toegezegd bedrag over. Een schuldeiser – een niet bij naam genoemde leverancier die nog geld te goed had van Ebusco - dreigde zelfs met een faillissementsaanvraag. Pas na die dreiging volgde de rest van het geld.
Ondertussen sijpelde er sporadisch goed nieuws door. De eerste bussen voor klanten in Rouen en Duitsland werden inmiddels geleverd. Toch is het niet voldoende om de liquiditeitsnood te ledigen.
Op 5 mei herhaalt Ebusco dat het “op korte termijn afhankelijk is van een substantiële kapitaalinjectie”. Sindsdien bleef het stil. De bussenbouwer die ooit op meer dan een miljard euro werd gewaardeerd op de beurs is inmiddels nog geen 30 miljoen euro waard.
Onder Schreyer verloor het aandeel circa 80 procent aan waarde. De beloofde wederopbouw veranderde in een gecontroleerde crash.
Nieuw duo voor oude problemen
De taken van Schreyer worden voorlopig waargenomen door financieel directeur Mark de Haas en operationeel directeur Michel van Maanen. Beiden zijn net begonnen, maar moeten nu al alle zeilen bijzetten. De productie moet op gang komen, er moet ergens geld vandaan gehaald worden en ook de jaarrekening moet nog langs de accountant.
Die jaarcijfers – gepubliceerd op 30 april – missen nog altijd een goedkeuringsstempel. Volgens de toen nog zittende cfo Jan Piet Valk lag dat aan de ‘transformatie’ waarin het bedrijf zich bevindt. Ook zal de wankele financiële positie ongetwijfeld een rol spelen.
Een ceo die opstapt maakt de weg naar een goedkeuringsstempel er niet eenvoudiger op.
De volgende testcase voor het nieuwe ceo-duo is al gepland: op 23 juli komen de halfjaarcijfers. Dan moet Ebusco laten zien of het de boel eindelijk op de rails krijgt – of dat ook deze bestuurswissel slechts uitstel van executie is.