De vaart is uit de energietransitie en Alfen voelt dat in alle hoeken van het bedrijf. Bij zijn laatste cijferpresentatie moest scheidend topman Marco Roeleveld onlangs nog gepresenteerde doelstellingen toch weer inslikken. Een doorrekening van die nieuwe projecties laat zien dat Alfen nog maar nauwelijks break-even draait.
Dat de afgelopen twaalf maanden voor Alfen allesbehalve gelukkig verliepen, is nog eufemistisch uitgedrukt. Lange tijd heerste er een hosannastemming rond het bedrijf uit Almere, maar de laatste tijd is het vooral ploeteren.
Dat beeld wordt nog maar eens bevestigd in het halfjaarrapport van het bedrijf, actief in laadpalen, transformatorhuisjes voor stroomnetten en energieopslagsystemen. Bij alle onderdelen blijft Alfen met tegenvallers kampen. Zo zeer zelfs, dat topman Marco Roeleveld de financiële doelen voor volgend jaar (2026) neerwaarts bijstelde. Beleggers zijn er inmiddels al een beetje aan gewend. Drie maanden geleden was het verhaal vrijwel identiek. Ook toen ging het mes in de doelstellingen. Nu komt daar bij dat het bedrijf het niet meer aandurft een prognose voor 2027 te geven.
Alfen zegt het natuurlijk niet, maar wellicht speelt mee dat de lat nu nog iets lager wordt gelegd om Roelevelds opvolger, die op 1 oktober begint, een wat makkelijkere start te geven.
Bij het onderdeel dat transformatorhuisjes levert (Smart Grid Solutions) hapert de uitrol bij netbeheerders. Vergunningen, een gebrek aan netcapaciteit, locatieproblemen, onderdelentekort én een tekort aan mankracht remmen het tempo waarin de stations kunnen worden geplaatst. Ook in 2026 verwacht Alfen hierin geen verbetering.
Het deel van het bedrijf dat zich richt op laadpalen (EV Charging) merkt vooral dat er een prijzenoorlog gaande is en die kan volgens Roeleveld zomaar ook volgend jaar nog aanhouden. Subsidies vielen weg, concurrentie is fel, en de verkoop van elektrische voertuigen vertraagt in alle kernmarkten (Nederland, België, Duitsland, Frankrijk en Denemarken). Ook publieke laadpleinen komen trager van de grond, mede door netcongestie en beperkte aansluitcapaciteit.
Het onderdeel dat batterijsystemen levert (Energy Storage Systems) om energie tijdelijk op te slaan, bijvoorbeeld bij zonne- en windparken, presteert het minst slecht. De omzet viel lager uit maar Alfen kon wel hogere marges in de boeken zetten. Ook zitten er voldoende bestellingen in het orderboek om de omzetdoelstelling van zo’n 115 miljoen euro voor het lopende jaar te halen. Tegelijk daalde de prijs per megawattuur met tien tot twintig procent ten opzichte van eind 2024. Dat helpt de volumes, maar drukt op de omzet.
Projecties weer naar beneden
Al die tegenwind leidt ertoe dat Alfen de financiële verwachtingen maar weer eens verlaagt. Het betekent alweer de derde bijstelling van dit jaar. Voor 2026 rekent Alfen nu op nul tot vijf procent omzetgroei, met een aangepaste EBITDA-marge van vijf tot acht procent.
De eerder gecommuniceerde horizon richting 2027 waarin de omzet jaarlijks met vijf tot tien procent zou moeten groeien en de marge zou oplopen naar “lage dubbele cijfers” (circa tien tot twaalf procent) is volledig ingetrokken.
De bandbreedte voor het lopende jaar blijft wel ongewijzigd. Alfen verwacht een omzet tussen de 430 en 480 miljoen euro en een aangepaste EBITDA-marge van vijf tot acht procent. Dat zijn dezelfde niveaus als bij de neerwaartse bijstelling die zo’n drie maanden geleden in mei plaatsvond. Toen bleef de outlook richting 2027 wel gewoon staan.
Omzetbijstellingen in beeld: herstel laat veel langer op zich wachten
Bron: Cijferpresentaties Alfen en doorrekening VEB. De lijnen tonen de verwachte omzetgroei zoals gecommuniceerd door Alfen. Voor 2025 is het middelpunt van de omzetbandbreedte genomen; voor latere jaren het middelpunt van de groeibandbreedtes. Bedragen in miljoenen euro.
Kostenprogramma helpt
Als er grote druk staat op de omzet, is het zaak zo snel mogelijk bij te sturen. De kosten moeten omlaag. Dat lukt Alfen tot nu toe: de personeelskosten daalden met ruim zeventien procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, vooral door ontslagen. Er zijn inmiddels honderd voltijdsbanen minder op het hoofdkantoor, van circa 1.050 naar 950. Daardoor bleef de EBITDA-marge rond de zes procent hangen, zelfs iets hoger dan vorig jaar, ondanks een veertien procent lagere omzet.
Maar het verhaal blijft kwetsbaar. Alfen bouwde tijdens de elektrificatiehausse tussen 2020 en 2022 een dure huishouding op. Ook trok het veel geld uit om onderdelen in te kopen. Nu de verkoopvolumes dalen, drukken de vaste kosten steeds zwaarder op de winstgevendheid. Volgens financieel directeur Onno Krap is er jaarlijks zo’n dertig tot drieëndertig miljoen euro aan EBITDA-winst nodig om op vrije-kasstroombasis (FCF) break-even te draaien.
Op basis van de bijgestelde vooruitzichten lijkt het onwaarschijnlijk dat Alfen dat niveau in 2025 of 2026 haalt. Zolang de marktomstandigheden niet aantrekken – en dat is voorlopig nog niet het geval – moet er onvermijdelijk nog meer in de kosten worden gesneden.
EBITDA-verwachtingen: concern draait nauwelijks break-even op vrije kasstroombasis
Bron: Cijferpresentaties Alfen en doorrekening VEB. Lijnen tonen de verwachte EBITDA op basis van het middelpunt van de omzet- en margebandbreedtes zoals gecommuniceerd door Alfen. Bedragen in miljoenen euro.