Wat al langer werd vermoed, is nu officieel: Aegon verlaat Nederland en verplaatst zijn hoofdkantoor naar de Verenigde Staten, de markt waar inmiddels het overgrote deel van de winst wordt behaald. De vraag is alleen of die verhuizing genoeg is om beleggers te overtuigen, want zonder sterkere groeiverwachtingen blijft een hogere waardering uit.
Tijdens de beleggersdag op woensdag zette CEO Lard Friese de ambitie scherp neer: Aegon moet uitgroeien tot een “leidende Amerikaanse verzekeraar”. De verplaatsing van de statutaire zetel naar de Verenigde Staten moet dat mogelijk maken. Maar terwijl de strategische stap groot is, vallen de groeidoelstellingen voorlopig tegen.
Opvallend is dat deze nieuwe zet relatief kort volgt op de statutaire zetelverplaatsing naar Bermuda. Waarom kiest het bedrijf nu opnieuw voor een ingrijpende stap, en wat betekent dit voor aandeelhouders? In vijf vragen en antwoorden analyseren we de Capital Markets Day.
1. Waarom verhuist Aegon naar de VS?
De aankondiging komt niet uit de lucht vallen. Tijdens de halfjaarcijfers in augustus zei topman Lard Friese al: “De Verenigde Staten is onze primaire markt en staat centraal in onze strategie. Een verplaatsing van onze zetel en het hoofdkantoor naar de VS is een logische stap.”
Aegon trekt twee jaar uit voor de operatie, die begin 2028 moet zijn afgerond en het bedrijf 350 miljoen euro gaat kosten. Een deel van dat bedrag hangt samen met het afscheid van een groot deel van het personeel op het hoofdkantoor bij Schiphol, waar de dozen nog maar net waren uitgepakt na de recente verhuizing uit Den Haag. De nieuwe standplaats komt aan de Amerikaanse oostkust, waar de verzekeraar al een kantoor heeft in onder meer New York.
Als slotstuk verdwijnt de naam Aegon als moedermaatschappij en wordt de groep omgedoopt tot Transamerica. Zo is na bijna 30 jaar alsnog een omgekeerde overname rond: in 1999 kocht Aegon de Amerikaanse verzekeraar voor bijna 10 miljard dollar.
Bermuda: slechts een tussenstop
De eerdere zetelverplaatsing naar Bermuda blijkt daarmee slechts een tussenstation. Nadat Aegon zijn Nederlandse activiteiten in 2023 aan ASR had verkocht, moest het concern op zoek naar een nieuwe toezichthouder. De Nederlandsche Bank (DNB) mocht die rol niet langer vervullen.
Aegon koos Bermuda mede omdat het daar zijn bestaande IFRS-boekhouding en solvabiliteitskaders kon blijven gebruiken. Bovendien zijn vier Aegon-dochterondernemingen gevestigd op de eilandengroep in de Atlantische Oceaan.
Nieuwe toon over belasting en verslaggeving
Twee jaar geleden lag een verhuizing naar de VS al op tafel. Opmerkelijk is dat Aegon afstand heeft genomen van argumenten die destijds de verhuizing in de weg stonden. In 2023 benadrukte de toenmalige financieel directeur Matthew Rider nog het fiscale voordeel van het Nederlandse hoofdkantoor: “Door in Nederland gevestigd te blijven, betalen we geen belasting over de dividenden uit de Amerikaanse activiteiten”. In de nieuwe presentatie stelt Aegon dat de overstap nu toch “geen materiële belastingeffecten” zal hebben.
Ook stapt Aegon nu wel volledig over op de Amerikaanse verslaggevingsregels (US GAAP). Al vergt die omschakeling nog tijd. Het bedrijf verwacht pas vanaf boekjaar 2027 volledig volgens US GAAP te rapporteren.
2. Wat betekent dit voor aandeelhouders?
Voor Nederlandse beleggers is het belangrijk dat Aegon heeft aangegeven de notering aan Euronext Amsterdam te behouden. Maar de juridische verhuizing kan wel betekenen dat er Amerikaanse dividendbelasting in het spel komt. Eerder konden particulieren Nederlandse dividendbelasting terugvorderen, en op Bermuda wordt helemaal geen dividendbelasting geheven.
Daarnaast is er het vraagstuk van corporate governance. Sinds de verplaatsing van de statutaire zetel naar Bermuda voldoet Aegon niet meer aan de Nederlandse governance-standaarden. Dat werd pijnlijk duidelijk in de discussie rond het beloningsbeleid. Op Bermuda geldt – net als in de VS - niet zoiets als een wettelijk bonusplafond voor financiële instellingen. In Nederland was de variabele beloning voor de Aegon-bestuurders bij wet beperkt.
Dit gaf Aegon vorig jaar, vlak na de Caribische verhuizing, ruimte om het beloningspakket met miljoenen op te schroeven (zie eerdere analyse). In de VS zal dit zeer ruime beloningsbeleid ongetwijfeld worden gehandhaafd.
3. Wat betekent dit voor de divisies buiten de VS?
De CMD maakt één ding onmiskenbaar duidelijk: de blik gaat steeds duidelijker op de VS. Dat betekent niet automatisch dat alle divisies buiten de VS worden verkocht, maar wel dat ze aandeelhouderswaarde moeten toevoegen in een op Amerika-gerichte strategie.
Vooral de Britse divisie is een zorgenkind. Aegon kondigde woensdag een “volledige strategische review” aan, inclusief de optie om deze activiteiten volledig af te stoten. Vooral het platform voor financiële adviseurs die Aegon gebruiken om klanten te bedienen, loopt achter. Daar stroomt al jaren structureel belegd vermogen weg. In de recente kwartaalupdate ging CEO Friese hier nog op in: “We vonden dat het adviser-platform werk nodig had en dat er veel nieuwe functionaliteiten ontbraken. Daarom investeren we er nu fors in.”
Andere activiteiten – zoals vermogensbeheer en de verzekeringsactiviteiten in China, Portugal en Spanje – blijven volgens Aegon onderdeel van de groep. Aegon ziet het internationale segment voorlopig wel als een groeibron, hier steeg de operationele winst de afgelopen jaren met gemiddeld 12 procent. Tijdens de presentatie prees topman Friese vooral de Braziliaanse levensverzekeringentak, die het hardst groeit van alle internationale divisies.
4. Hoe ziet de Amerikaanse groeimotor eruit?
In de VS maakt Aegon onderscheid tussen twee soorten activiteiten. De ‘Strategic Assets’ zijn de onderdelen die moeten groeien: de verkoop van levensverzekeringen, pensioen- en beleggingsproducten. De ‘Financial Assets’ vormen een oude portefeuille met complexe, kapitaalintensieve producten die Aegon langzaam wil afbouwen.
Een belangrijk onderdeel van die afbouw is de herverzekering van een oudere levensverzekeringslijn, de zogenoemde SGUL-portefeuille. Het gaat hier om verzekeringsproducten waarbij Aegon levenslang dekking moet garanderen, en die bij een lage rente en steeds hogere levensverwachting de verzekeraar geld kosten. Ook dient Aegon voor de producten extra kapitaal aan te houden.
Door een groot deel van het risico onder te brengen bij een herverzekeraar, valt er jaarlijks 75 miljoen dollar aan kapitaal vrij. Daarmee is de transactie de komende twee jaar de grootste bron van toekomstige kapitaalgroei voor Aegon.
Main street als doelwit
Naast de herverzekeringstransactie moet de echte groei komen uit de verkoop van levensverzekeringen en pensioenproducten aan de Amerikaanse middenklasse. Deze strategie leunt sterk op World Financial Group (WFG), een groot netwerk van zelfstandige verkopers. Aegon mikt in 2027 op 110 duizend van deze agents, bijna een verdubbeling tegenover 2022.
WFG is niet onomstreden. Hedgefonds Spruce Point publiceerde eerder vorig jaar een kritisch rapport over agressieve verkooppraktijken binnen dit distributiemodel. Hoewel Aegon de aanval van tafel veegde, blijft dit gevoelig, zeker nu het bedrijf volledig op Amerikaanse groei inzet.
5. Wat kunnen aandeelhouders de komende jaren verwachten?
Aegon legt de lat niet uitzonderlijk hoog. Het bedrijf mikt in 2026 en 2027 op een kapitaalgroei (Operating Capital Generation, OCG) van 0 tot 5 procent per jaar. De Amerikaanse tak komt ondanks alle inspanningen in die periode niet verder dan maximaal 3 procent OCG-groei, zo luidt de doelstelling. Ter vergelijking: sectorgenoot NN liet eerder dit jaar bij zijn CMD weten te mikken op een jaarlijkse OCG-stijging van 5 procent. Kennelijk is het in Oost-Europa – NN's nieuwe speelveld – makkelijker groeien dan in de VS.
Ook stelt het aandeleninkoopprogramma van 400 miljoen euro in 2026 teleur. Analisten hadden vooraf gerekend op zo’n 600 miljoen euro. Dat neemt niet weg dat Aegon nog steeds een uitkeringsmachine is. Het bedrijf verwacht een jaarlijkse dividendgroei van 5 procent. Dat is goed voor een dividendrendement van ongeveer 7 procent op de huidige koers van 6,30 euro.
Wel kan er wellicht ruimte ontstaan voor verdere uitkeringen als Aegon zijn 24 procent-belang in ASR — nu zo’n 3 miljard euro waard — verder afbouwt. Dat belang vertegenwoordigt nog altijd bijna 30 procent van Aegons eigen beurswaarde van 10 miljard euro.
Beleggers zien de verhuizing naar de VS als een mogelijke waarderingssprong omdat Amerikaanse verzekeraars vaak tegen hogere winstmultipels handelen. Maar die premie komt niet vanzelf: alleen overtuigende groei kan een hogere waardering rechtvaardigen. Dat scepticisme was direct zichtbaar. Op de dag van de CMD verloor het aandeel Aegon 10 procent, een duidelijk signaal dat beleggers vooralsnog niet overtuigd zijn.