VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Distributiekanaal Canon helpt Océ snel weer aan winst

Océ heeft de weg omhoog weer gevonden. Océs printers, die nu via Canon's sterke distributiekanalen worden verkocht, vinden weer meer aftrek. Het lijkt er steeds meer op dat Canon precies op het juiste moment heeft toegeslagen.

Topman Rokus van Iperen spreekt in een toelichting op de derde kwartaalcijfers zelfs van ‘duidelijke tekenen van herstel op sommige markten', vooral Europa en de opkomende markten. Océ is aan de beterende hand.

Opleving
Dankzij deze opleving wist Oce de afgelopen drie maanden de omzet met 6 procent op te voeren tot 669 miljoen euro. Deze stijging was volledig te danken aan gunstige wisselkoerseffecten en de introductie van nieuwe printers als de JetStream, Arizona en PlotWave. Organische groei is er nog niet, maar lijkt nog slechts een kwestie van tijd.

De niet-terugkerende (non-recurring) omzet uit de verkopen van innovatieve printers voor de zakelijke markt steeg bovendien voor het eerst in tien kwartalen weer, met 5 procent tot 193 miljoen euro.

De terugkerende omzet uit servicecontracten voor onderhoud, papier en inkt pluste met 4 procent tot 476 miljoen euro. Een trend die de Océ-bestuurders en bijna volledig eigenaar Canon zeer zal bevallen. Hoe meer printers en kopieermachines verkocht worden, hoe meer onderhoudscontracten er zijn binnen te halen. Een soort koppelverkoop.

Kansen
Van Iperen was tijdens de aandeelhoudersvergadering in april al stukken optimistischer dan twee maanden eerder toen het bod van Canon werd besproken. Hij liet geen geheimzinnigheid ontstaan over de kansen die Océ nu geboden zouden worden.

De markt in Azië ging open en dat zou grote kansen bieden voor Océ's paradepaardjes (de Jet Stream, de Vario Print en de Color Wave).

In de respectievelijke verkooporganisaties is de nadruk komen te liggen op verkoop van elkaars producten. Via samenvoegen van delen van de organisaties, bijvoorbeeld de afdeling voor kantoorprinters, liggen significante voordelen voor het oprapen.

De resultaten over het derde kwartaal geven de eerste indicaties dat de samensmelting van de beide concerns voor koper Canon wel eens heel lucratief kan gaan uitpakken.

Canon wil alles
Canon kocht met Océ niet alleen 2,7 miljard euro omzet, maar vooral een betere positie in de markt voor professionele printers (architectenbureaus, bouwkundig tekenaars) en een distributiekanaal in Noord-Amerika waarover Océ beschikte sinds de (dure) overname van Imagistics.

Daar komt bij dat de onderzoeks- en ontwikkelingsafdeling van Océ - met ruim 150 miljoen euro een van de grootste private r&d-investeerders in Nederland - goed staat aangeschreven.

Maar het Bermudaanse beleggingsfonds Orbis ligt vooralsnog dwars en weigert haar aandelen Océ bij Canon in te leveren tegen de geboden 8,60 euro. En dat vindt Canon vervelend.

Zolang Orbis haar 10 procentsbelang aanhoudt, kan Canon via de Ondernemingskamer de resterende aandeelhouders niet dwingen hun aandelen in te leveren. Daarvoor hebben de Japanners 95 procent nodig en dat halen ze door het dwarsliggende Orbis niet.

Volgens Orbis hield het overnamebod onvoldoende rekening met de de mooie synergieën aan de marketing-, verkoop- en distributiekant die de Japanse gigant in camera's en printers kon verzilveren. De derde kwartaalcijfers lijken de fondsmanagers een steuntje in de rug te geven.

Chronologie van een Japanse vangst 
Laag kopen en hoog verkopen. Canon deed het eerste, maar Océ was allang niet meer bij machte zijn huid duur te verkopen. De Venlose printer- en kopieerfabrikant miste al jaren schaalgrootte en was langzaam afgegleden tot een marginale speler in de printindustrie.

Canon had 8,60 euro per aandeel over en dat was "het beste wat Océ kon krijgen", aldus topman Rokus van Iperen. De Japanners boden een premie van 70 procent op de laatste beurskoers van de Midkapper en daarmee werden de aandelen gewaardeerd op 730 miljoen euro. Dat lijkt een knock-outbod.

Maar alles draait om timing, ook in Japan. Canon loerde al jaren op Océ en heeft rustig afgewacht tot de beurskoers een bijna historisch dieptepunt bereikte. In de periode 2000-2007 fluctueerde de koers meestal tussen 10 en 15 euro. En in 1998 was een aandeel Océ nog 40 euro waard.

Door het slechte trackrecord onderhandelde Océ vanuit een positie van zwakte en had het weinig in te brengen. Van Iperen verwoordde dit tijdens de speciale aandeelhoudersvergadering treffend met de woorden dat "zowel strategisch als operationeel keihard was gewerkt om schaalgrootte te realiseren", maar dat dit "niet is gelukt".

Van Iperen, financieel directeur Hans Kerkhoven en operationeel directeur Anton Schaaf zullen in eerste instantie aanblijven, maar hun vertrek is al geregeld. Althans in financiële zin. Als zij tussen het eerste en tweede jaar na de overname opstappen, krijgen ze ieder ruim één miljoen euro mee (Van Iperen 1,35 miljoen euro).

Het komt zelden voor dat overgenomen bestuurders het onder een nieuwe eigenaar lang volhouden. Tweede viool spelen is voor toplieden nou eenmaal lastig.

Dossier Océ



12 januari 2010

11 januari 2010

16 november 2009

2 oktober 2009

1 juli 2009

2 april 2009

12 januari 2009





Gerelateerde artikelen