VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Vier probleemdossiers voor ING topman Jan Hommen

Een half miljard verlies voor ING in het vierde kwartaal. Het vervelende voor topman Jan Hommen is dat het niet gaat om eenmalige afboekingen op slechte leningen. Ook de operationele activiteiten staan onder druk.

Een plaatje van het rendement op eigen vermogen van ING Bank in het kwartaalverslag vertelt het verhaal.

De winsten van banken staan onder druk, terwijl de buffers juist onder drang van de regelgever moeten aansterken. 

Daardoor daalt het rendement op eigen vermogen van 13,3 procent in het eerste kwartaal naar 10 procent (op jaarbasis) in het laatste kwartaal van vorig jaar.

RENDEMENT OP EIGEN VERMOGEN ING DAALT GESTAAG
 
Dit rendement ligt net op de grens van de vorige maand verlaagde doelstelling van 10 tot 13 procent.

De situatie overziend heeft topman Hommen vier zaken op te lossen om het rendement op eigen vermogen boven de 10 procent te houden.

1. Periferie blijft ING achtervolgen
Pijn uitstellen is mogelijk, afserveren niet.

Het is de derde keer dat ING afboekt op haar Griekse obligatieportefeuille in 2011. Het gaat in het laatste kwartaal om een "re-impairment" van 199 miljoen euro, bestaande uit 133 miljoen euro bij de bank en 66 miljoen euro bij de verzekeraar.

De totale portefeuille staat nu tegen 20 procent van de hoofdsomwaarde in de boeken.

Met de inschatting van Hommen dat voor elke 100 uitgeleende euro's aan Athene er 20 terugkomen, lijkt de pijn (eindelijk) genomen. Voor de doemdenkers.

Mocht het werkelijke bedrag dat terug komt lager zijn dan twintig procent, dan blijft de schade beperkt gezien de marginale portefeuille omvang van 255 miljoen.

Daarbij past de kanttekening dat ING bij elkaar in 2011 ongeveer een miljard euro afboekte. Een saillant gegeven, omdat de totale "periferieportefeuille" nog altijd een kleine 6 miljard euro bedraagt.

Hoewel de portefeuille drastisch lijkt te worden afgebouwd, in het vierde kwartaal met 1,8 miljard euro, verdient het verdere aandacht van beleggers.

2. Amerikaanse annuïteiten bemoeilijken verkoop
Maar er is meer dan alleen de obligaties uit Europese schuldenlanden. Met de immense leningenportefeuille van 1300 miljard euro komen er ook harde klappen uit andere hoeken.

Neem de grootste oorzaak van het vierde kwartaalverlies: een afboeking op een portefeuille variabele annuïteiten van 1,1 miljard euro. De producten zijn verkocht in de periode 2003 tot 2009, met achteraf veel te optimistische scenario's in de rekenmodellen.

Kort gezegd zijn door het beroerde beursklimaat de verkochte garanties van deze lijfrenteproducten meer waard dan de ingelegde premies die klanten hebben betaald. Klanten houden de polissen langer aan dan ingeschat, en ING moet hierdoor afboeken.

Het is niet de eerste keer dat ING hier moet afschrijven. In 2010 boekte ING ook een kleine miljard euro af.

Ook hier is het einde nog niet in zicht, zo blijkt uit technische details die ING vrij geeft. Bijkomende complicatie is dat de bankverzekeraar de Amerikaanse verzekeringsactiviteiten moet verkopen voor 2013. Nieuwe afschrijvingen doen de verkoopprijs geen goed.

Dichter bij huis moet Hommen rekening houden met slechte leningen. Het concern moest stevige voorzieningen aanleggen voor eerder verstrekte kredieten aan het midden- en kleinbedrijf. In totaal nam de bank in het vierde kwartaal voor 530 miljoen euro voorzieningen. In het vierde kwartaal van vorig jaar was dit 410 miljoen euro.

3. Uitlenen minder rendabel
De problemen van ING blijven niet beperkt tot onzekerheden in de balans. Ook de core-business van een bank, het uitlenen van spaargelden, staat onder druk. De netto rente marge van 1,42 procent in het vierde kwartaal van vorig jaar was vijf basispunten minder dan in hetzelfde kwartaal vorig jaar.

In hun jacht naar spaargeld moeten banken met steeds hogere rentetarieven stunten om spaargelden aan te trekken. Overigens slaagde ING wel in het binnen hengelen van spaargeld. De omvang van spaardeposito´s groeide met meer dan 8 miljard euro.

4. Kosten groeien sneller dan de inkomsten
Bij het bankgedeelte neemt de verhouding tussen de operationele kosten en de inkomsten rap toe. ING kampt al langer met .

De cost to income ratio, oftewel de operationeel kosten gedeeld door het onderliggend resultaat, liep vorig jaar elk kwartaal op. In het eerste kwartaal bedroeg deze 54,8 procent, maar inmiddels is de ratio opgelopen tot 64,3 procent.

Ook als gecorrigeerd wordt voor de woelige marktimpact ligt de ratio met 58,2 procent ver boven de lange termijn doelstelling van 50 procent. Hommen zal goed op de kosten moeten letten om te voorkomen dat ING een te "dure" bank wordt.




Gerelateerde artikelen