VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

De geplande rentree van ABN Amro later dit jaar is een voorlopig sluitstuk van de herwaardering van banken op de beurs. Verdient de bancaire sector weer meer aandacht van beleggers?

De beurs krijgt zijn banken terug. In eigen land staat minister van Financiën Jeroen Dijselbloem te popelen ABN Amro naar de beurs te brengen. In Duitsland kreeg de Deutsche Pfandbriefbank een beursnotering, en de Britse overheid neemt geleidelijk afscheid van haar aandelen in Lloyds en RBS.

Zijn banken na jaren van krimp en kwakkelen en staatsbemoeienis weer interessant voor beleggers? Vier trends die beleggers in ABN Amro, ING en Rabobank in de gaten moeten houden.

1. Traditioneel bankieren terug
Traditioneel bankieren is terug van weggeweest. Vorig jaar behaalden ING, ABN Amro en Rabobank zo’n driekwart van hun winst met het in- en uitlenen van geld. Oftewel het omzetten van een deposito of spaarrekening in een hypotheek of bedrijfslening.

Andere inkomstenbronnen lijken opgedroogd. Zo zijn de commissie-inkomsten – denk aan provisies voor effectentransacties, beheervergoedingen en fees voor advies van zakenbankiers – van ABN Amro, ING en Rabobank over 2014 maar liefst 60 procent, respectievelijk 52 procent en 34 procent lager dan in 2007.

Traditioneel bankieren oogt misschien saai, maar is wel behoorlijk winstgevend. De rentemarge, het verschil tussen in- en uitgeleend geld, is op dit moment buitengewoon hoog. Door het onorthodoxe beleid van centrale banken kunnen financiële instellingen bijna gratis geld ophalen. Banken kunnen dit ingeleende geld aan het werk zetten via lucratieve hypotheken, bedrijfskredieten en consumentenleningen.

De rentemarge schommelt bij alle drie de banken rond de 1,5 procent. De netto rente-inkomsten van ING en Rabobank stegen ten opzichte van 2007 zelfs met 31 procent en 37 procent tot respectievelijk 12,3 en 9,1 miljard euro in 2014. Bij het ontmantelde ABN Amro daalden de inkomsten door de sterke krimp van het balanstotaal.

Slotsom
Banken keren terug naar hun wortels en dat is erg winstgevend. Hoge rente-inkomsten compenseren de lagere commissie-inkomsten en de gemarginaliseerde handelsactiviteiten. Alleen ABN Amro zag door de sterke krimp de rente-inkomsten dalen.

2. Kortere hefboom zorgt voor lager rendement
De torenhoge inkomsten van banken maken banken gek genoeg niet rendabeler. Het rendement op het eigen vermogen, de jaarwinst gedeeld door het eigen vermogen volgens de boeken is sinds de crisis flink gedaald.

ING en ABN Amro behaalden vorig jaar een rendement op eigen vermogen van 9,9 procent en 10,9 procent. In de jaren voor het uitbreken van de crisis hadden beide banken rendementen die ver boven de 20 procent uittorenden. De kans dat zulke percentages ooit terugkomen is gering. De rendementen van ING en ABN Amro liggen nu al binnen de lange termijn doelstelling van beide banken: tussen de 9 en 12 voor ING en tussen de 10 en 13 procent voor ABN Amro.

De lagere rendementen hangen samen met de hogere buffers die banken moeten aanhouden. De hogere buffers doen het winstrendement lager uitvallen. Ook blijft bij het nieuwe bankieren van iedere euro inkomsten minder winst over.

De miljarden aan afschrijvingen op bijvoorbeeld Griekse leningen, vastgoedprojecten en MKB-leningen zijn bekend. Maar bankiers worden ook geconfronteerd met nieuwe kostenposten. Zo moesten financiële instellingen vorig jaar bij elkaar één miljard euro aan de Nederlandse overheid betalen als heffing vanwege de nationalisatie van SNS Reaal. Hoewel deze vordering eenmalig is, zullen banken de komende jaren honderden miljoenen euro’s in het Europese bank-reddingfonds en het depositogarantiestelsel moeten stoppen.

Dit soort heffingen betekenen minder winst en dus rendement.
Rabobank is een beetje een vreemde eend in de bijt als het gaat om het rendement op eigen vermogen. Door de coöperatieve structuur ontbreekt de tucht van de markt om de efficiency en winstgevendheid te verbeteren. Rabobank behaalde in 2014 een rendement van ‘slechts’ 5,2 procent. Ook de doelstelling ligt met een rendement van 8 procent in 2016 lager dan bij de andere banken.

Slotsom
Door hogere buffereisen zullen de torenhoge rendementen van Nederlandse banken waarschijnlijk nooit meer terugkomen. Rabobank maakt een laag rendement vergeleken met andere banken.


3. Nieuwe spelregels
Voor beleggers in waardepapier van banken breekt een nieuw tijdperk aan. In het midden van de kredietcrisis werd er alles aan gedaan om paniek te voorkomen en zijn banken met belastinggeld overeind gehouden.  Maar bij meer recente bankreddingen, waaronder in Cyprus, moesten aandelenbeleggers, obligatiehouders en zelfs spaarders flink bloeden. Een ‘bail in’ in plaats van een ‘bail out’, zoals dit in het jargon heet.

Hoewel er op dit moment discussie is over de precieze invulling van de nieuwe bail-in-regels – welke prijs betaalt ieder type schuldeiser? – is de strekking duidelijk: “in de toekomst zullen aandeelhouders en kredietverschaffers de pijn delen bij het falen van een bank waardoor het risico voor de belastingbetaler wordt geminimaliseerd”, liet bankentoezichthouder EBA vorig maand weten.

Ook kredietbeoordelaars zijn inmiddels doordrongen van de nieuwe regels. Voor de kredietcrisis hadden de banken ING en ABN Amro een kredietoordeel van AA-, en kreeg Rabobank zelfs een triple A rating van S&P. Nu zijn de oordelen aanzienlijk minder florissant met een A-oordeel voor ABN Amro en ING en een A+ voor Rabobank.

Slotsom
Nederlandse banken kunnen tegen een stootje, zo blijkt uit recente stresstesten. Maar de sector blijft broos. Nieuwe regels betekenen dat kapitaalverschaffers zullen bloeden als banken nog een keer in de problemen komen.


4. Geen groei, wel dividend
De weg naar groei voor banken is sterk verweven met het omlaag brengen van de zogenoemde efficiencyratio, de operationele kosten ten opzichte van de inkomsten. Het lijkt er sterk op dat vooral een verlaging van de kosten deze ratio naar beneden moet brengen want inkomstengroei is een moeilijk verhaal.

ING, dat nog steeds actief is in veertig landen, heeft wat dat betreft de beste uitgangspositie. Zo profiteert internetbank ING Direct van een lage kostenbasis in landen als Duitsland, Frankrijk en Spanje. Daardoor is het een geduchte tegenstander voor de gevestigde financiële orde. Ook is ING actief in groeilanden als Polen, Turkije en Roemenië.

ABN Amro wil onder andere groeien met vermogensbeheerdiensten in West-Europese landen en Rabobank ziet groei in dienstverlening aan internationale agrarische en voedingsbedrijven.

Bij het uitblijven van groei zullen banken beleggers moeten lokken met dividend. ING en ABN Amro geven aan ten minste 40 procent van de nettowinst uit te keren als dividend. Banken vallen weer in de beleggingspropositie die ze jaren terug waren: dividendaandelen.

 




Gerelateerde artikelen