VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

In 2018 heeft de VEB een schikking weten te bereiken voor gedupeerde beleggers met Deloitte, de accountant van Ahold. Tevens is een schikking bereikt met ING inzake Inno-concepts. Tot slot heeft de VEB met succes de aangepaste schikkingsovereenkomst inzake Fortis ter goedkeuring voorgelegd aan het Gerechtshof Amsterdam. In 2019 zullen diverse schikkingen worden afgewikkeld. Hieronder volgt een overzicht van de actuele stand van zaken in alle VEB-acties.

Actie: Ahold/Deloitte

Relevante periode: 30 juli 1999 t/m 23 februari 2003

VEB bereikt schikking met Deloitte voor VEB-leden en partners- in zaak Ahold; afwikkeling start op korte termijn.

De VEB heeft op 4 juni 2018 een overeenkomst bereikt met Deloitte over een compensatieregeling aangaande (kort gezegd) de boekhoudfraude bij Ahold die in 2003 in de openbaarheid kwam, toen Deloitte de controlerend accountant was. Na 15 jaar heeft het stoppen van de rechtszaak de voorkeur boven het voeren van een verdere jarenlange juridische procedure. Het bereiken van een regeling betekent niet dat Deloitte erkent aansprakelijk te zijn voor – of schuldig te zijn aan – de als gevolg van de boekhoudfraude bij Ahold geleden schade. Deloitte stelt dat diverse gerechtelijke instanties in de loop der jaren hebben bevestigd dat de fraude juist mede bedoeld was om Deloitte als accountant te misleiden. Deloitte heeft de fraude destijds juist zelf ontdekt en aan de kaak gesteld.

De compensatieregeling is beschikbaar voor daarvoor kwalificerende VEB-leden en VEB-partners. De door de VEB tegen Deloitte bij de rechtbank Amsterdam aanhangig gemaakte procedure is als onderdeel van de overeenkomst op 6 juni 2018 beëindigd. Alleen beleggers die uiterlijk op 3 juni 2018 VEB-lid of VEB-partner zijn geworden (en lid of partner blijven tot minimaal de datum van uitkering van de compensatie) kwalificeren voor compensatie. De betreffende VEB-leden en VEB-partners dienen Ahold-aandelen gekocht te hebben in de periode 30 juli 1999 tot en met 23 februari 2003 en deze aandelen ofwel op 24 februari 2003 nog steeds in hun bezit te hebben gehad, ofwel voor 23 februari 2003 met verlies te hebben verkocht. VEB-leden en VEB-partners die aan deze eisen voldoen, konden zich tot en met uiterlijk 6 december 2018 aanmelden bij de VEB voor deelname aan de regeling. Aanmelding is niet meer mogelijk.

Leden en partners van de VEB die aan deze voorwaarden voldoen en die in aanmerking komen voor een vergoeding wordt aangeraden bewijs te bewaren van ontvangst van betaling uit hoofde van de door de Amerikaanse rechter op 16 juni 2006 verbindend verklaarde schikking met Ahold c.s., de in het kader van die schikking ingediende Proof of Claim Form met de daarbij benodigde bewijsmiddelen van transacties in aandelen Ahold, of, indien niet is deelgenomen aan die schikking, de hiervoor bedoelde bewijsmiddelen. VEB-leden en VEB-partners die voor een vergoeding in aanmerking komen, kunnen aanspraak maken op een vast bedrag aan minimumcompensatie en, afhankelijk van hun positie, een variabel bedrag dat wordt vastgesteld volgens een met Deloitte overeengekomen verdelingsmethodiek.

Inmiddels is duidelijk dat de regeling op voldoende steun kan rekenen. Leden en partners van de VEB die in aanmerking komen voor een vergoeding ontvangen in het eerste kwartaal van 2019 meer informatie over de afwikkeling.

Lees ook de Q&A op de website van de VEB met de meest gestelde vragen en antwoorden.

Actie: Fortis

Relevante periode: 28 februari 2007 tot en met 14 oktober 2008 (beide bij het sluiten van de handel)

Stand van zaken: Indienen claim
Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 13 juli 2018 nabeurs de beschikking gewezen met daarin de verbindendverklaring van de Fortis- schikking. In totaal is ruim 1,3 miljard euro beschikbaar als vergoeding voor de schade die Fortis-beleggers leden in 2007 en 2008. Gedupeerde Fortis-beleggers kunnen tot en met 28 juli 2019 een claim indienen bij de claims administrator om zo aanspraak te kunnen maken op compensatie. Dien uw claim dan ook ruim op tijd in bij de claims administrator.

Hoe dien ik een claim in
Een claim kan op twee verschillende wijzen worden ingediend. Digitaal via het online claim filing portaal op www.forsettlement.com. Of via het per post insturen van het papieren claimformulier naar de claims administrator. Het papieren claimformulier kunt u telefonisch opvragen bij de claims administrator (030-2525359 vanuit Nederland, 0800-26832 vanuit België) of u kunt het zelf downloaden via www.forsettlement.com en uitprinten. Bij het claimformulier treft u ook instructies aan voor het indienen van uw claim. Het is helaas niet mogelijk om uw papieren claim aangetekend te versturen naar een postbusadres. Als VEB-lid dient u ook een registratie te verrichten voor de VEB-actie Fortis. Dat kan per e-mail via: vebactiefortis@veb.net. Of per post via: Beleggersvereniging VEB, Postbus 240, 2501 CE Den Haag. Als u digitaal uw claim indient dan krijgt u direct uw ontvangstbevestiging. Na de verzending van de ontvangstbevestiging gaat de claims administrator over tot de beoordeling van uw claim en ontvangt u over de uitkomst van deze beoordeling een bericht.

Let op!
Deze zéér omvangrijke schikking wordt afgewikkeld door een onafhankelijke claims administrator. Als u een claim op papier indient bij de claims administrator dan duurt het langer voordat u een ontvangstbevestiging ontvangt. Heeft u binnen één maand na indiening nog geen ontvangstbevestiging ontvangen dan dient u contact op te nemen met de claims administrator. Het kan voor alle digitale en papieren claims langer duren voordat u de compensatie krijgt waar u recht op heeft. De kans is groot dat het nog enkele maanden duurt alvorens u compensatie ontvangt. De oorzaak daarvan is de enorme drukte bij de claims administrator. Raadpleeg voor meer (actuele) informatie over de schikking en het indienen van een claim de volgende websites: www.veb.net en www.forsettlement.com.

Actie: SNS

Mogelijk relevante periode: houderschap tot datum onteigening, 1 februari 2013

Stand van zaken: enquêteonderzoek toegewezen
Na de nationalisatie van SNS op 1 februari 2013 volgde een reeks van juridische procedures. Inmiddels is de rook opgetrokken en is de VEB nog betrokken in twee procedures: de schadeloosstellingsprocedure en de enquêteprocedure.

In de schadeloosstellingsprocedure dient de waarde van de SNS-effecten (zowel de onteigende aandelen als de eveneens onteigende obligaties) te worden bepaald op het moment van nationalisatie. Eind april 2018 hebben de drie door de Ondernemingskamer benoemde deskundigen hun deskundigenbericht gepubliceerd. Partijen mogen nog reageren op het deskundigenbericht. Op 29 november 2018 heeft het pleidooi plaatsgevonden bij de Ondernemingskamer. Op 28 maart 2019 volgt de uitspraak.

De VEB is de enquêteprocedure gestart zodat onderzoek kan worden gedaan naar mogelijk wanbeleid bij SNS voorafgaand aan de nationalisatie. De uitkomsten van een dergelijk onderzoek zijn van groot belang in een eventuele aansprakelijkheidsprocedure. De Ondernemingskamer heeft op 26 juli 2018 een omvangrijk onderzoek gelast naar het beleid en de gang van zaken bij SNS over de periode voordat de voormalige bank-verzekeraar door de Staat werd genationaliseerd.

De Ondernemingskamer acht mogelijk wanbeleid aanwezig en stelt in zijn beschikking dat een maatschappelijk belang bestaat bij het verkrijgen van openheid van zaken over het beleid en de gang van zaken bij SNS alsmede bij een eventueel oordeel van de rechter daarover. Het onderzoek bestrijkt de gehele periode vanaf de beursgang in 2006 tot aan de nationalisatie op 1 februari 2013. Inmiddels heeft de Ondernemingskamer drie onderzoekers benoemd die met het onderzoek zijn begonnen. De uitkomsten van het onderzoek worden in de loop 2020 verwacht. De Staat en SNS hebben cassatie bij de Hoge Raad ingesteld tegen de beschikking van de Ondernemingskamer. De cassatie schorst het onderzoek niet.

Actie: Imtech I: schikking

Relevante datum: 1 februari 2013 nabeurs

Stand van zaken: Slotbetaling op korte termijn
De VEB heeft in 2014 een schikking gesloten met Imtech en accountant KPMG over compensatie van gedupeerde particuliere aandeelhouders. Beleggers die voor 7 februari 2015 VEB-lid zijn geworden en op 1 februari 2013 nabeurs Imtech-aandelen in portefeuille hadden, konden in aanmerking komen voor compensatie. De aanmeldingstermijn is inmiddels gesloten. Beleggers die een geldige claim hebben ingediend, hebben al een eerste uitkering ontvangen.

Slotbetaling
Beleggers die een geldige claim hebben ingediend, ontvangen nog een slotbetaling (verhoging van de compensatie per aandeel). Deze slotbetaling zal naar verwachting begin 2019 plaatsvinden. Daarvoor is minimaal het VEB-lidmaatschap vereist tot en met het moment waarop de slotbetaling plaatsvindt. In aanmerking komende beleggers doen er goed aan om de berichtgeving hieromtrent via de VEB-website en de schikkingswebsite (www.vebimtechschikking.nl) in de gaten te houden.

Mochten uw gegevens wijzigen, zoals uw bankrekeningnummer, dan is het belangrijk om de Imtech claims administrator hierover te informeren. U kunt dat per e-mail doen via info@vebimtechschikking.nl en telefonisch, op basis van een terugbelafspraak, via 0800-022-0954 (vanuit Nederland).

Actie: Imtech II: onderzoek naar oorzaken faillissement in 2015

Mogelijk relevante periode: vanaf 4 februari 2013

Stand van zaken: onderzoek naar faillissement loopt
Het faillissement van Imtech is uitgesproken op 13 augustus 2015. In september 2015 heeft de VEB de bestuurders en commissarissen van Imtech aansprakelijk gesteld voor mogelijke misleiding van beleggers voorafgaande aan het faillissement. De VEB is eveneens zeer kritisch op accountant KPMG en op de rol van de banken. In het bijzonder gaat het om de rol van de banken bij de twee claimemissies, waarmee kort voor het faillissement nog 1,1 miljard euro werd opgehaald bij de aandeelhouders.

De VEB en de Imtech-curatoren hebben hun krachten gebundeld bij het onderzoek naar de oorzaken van het faillissement van Imtech. Deze unieke samenwerking moet helpen snel duidelijkheid te krijgen over de omstandigheden rond dit grootste naoorlogse faillissement van een beursgenoteerde onderneming in Nederland. Ook zullen de VEB en curatoren samenwerken bij eventuele acties jegens de mogelijk aansprakelijke partijen in het faillissement. De curatoren verwachten eind 2019 hun onderzoeksresultaten te publiceren.

Actie: Landis

Relevante periode: 9 maart 2000 tot en met 10 april 2002

Stand van zaken: uitbetaling op korte termijn
De deelnemersvergadering van de Stichting VEB-Actie Landis (“Stichting”) heeft haar goedkeuring verleend aan de schikkingen die zijn getroffen met de voormalige bestuurders, commissarissen en accountant van Landis. De schikkingen zien op de schade die de VEB-leden hebben geleden als aandeelhouder van Landis over de periode van 9 maart 2000 (publicatie van de misleidende jaarrekening over 1999) tot en met 10 april 2002 (het defungeren van de betrokken bestuurders en commissarissen).

Hoeveel?
Er is in totaal een bedrag van ruim 4,5 miljoen euro beschikbaar aan compensatie voor de deelnemers. Alle VEB-leden die kwalificeren voor deelname krijgen allereerst ongeveer de helft van de betaalde VEB-contributie over de jaren vanaf het begin van de VEB-Actie Landis tot en met 2016 terug (voor zover ze over die jaren VEB-lid zijn geweest). Voor een deelnemer van het eerste uur kan die restitutie oplopen tot 350 euro. Het restantbedrag wordt verdeeld over de VEB-leden die een geldige claim indienden. De uiteindelijke verdeling – conform de statuten van de Stichting – is voorbehouden aan het bestuur van de Stichting. Vanzelfsprekend zal worden gezocht naar een afgewogen verdeling van de voor compensatie beschikbare gelden, waarbij een staffel zal worden toegepast.

Voor wie?
De schikkingen gelden uitsluitend voor Landis-aandeelhouders die VEB-lid waren vóór 1 januari 2013 en dat onafgebroken blijven tot het moment van uitbetaling van de vergoeding. Voorts dienen deze leden Landis-aandeelhouder te zijn geweest in de relevante periode, te weten: (een deel van) de periode van 9 maart 2000 tot en met 10 april 2002. Tot slot moeten de betreffende aandeelhouders in de relevante periode per saldo koersverlies hebben geleden op hun belegging. Aanmelding is niet meer mogelijk

Indienen claim
De Landis Claims Administrator heeft de ingediende claims beoordeeld op geldigheid en volledigheid. In het geval van claims die nog niet geldig of compleet waren, heeft de Landis Claims Administrator contact opgenomen met de claimant. Deze heeft dan de gelegenheid gekregen om een toelichting en/of aanvullende documentatie te verstrekken. Door het tijdsverloop beschikken veel beleggers niet over transactieoverzichten. Daarom kost het veel tijd om contact op te nemen met de claimanten en om vervolgens de verschillende claims te beoordelen. Op dit moment herbeoordeelt de Landis Claims Administrator de laatste claims, zodat deze binnenkort de compensatieberekeningen kan maken. Naar verwachting kan in het eerste kwartaal van 2019 de uitbetaling aan kwalificerende beleggers plaatsvinden.

Contact
Voor vragen over de afwikkeling van de Landis-schikking kunt u terecht bij de Landis Claims Administrator. Dat kan telefonisch (op basis van een terugbelafspraak), via 0800-022-0954 (zonder meerkosten vanuit Nederland) en per e-mail (via info@landisschikking.nl). Ook treft u op de website www.landisschikking.nl meer informatie aan over het afwikkelingsproces. In het claimpakket staat hoe u kunt inloggen.

Actie: LCI

Mogelijk relevante periode: 1 januari 1993 tot en met 17 december 2001

Stand van zaken: 15 jaar procederen
Een paar maanden vóór de ondergang in 2001 spiegelde technologiebedrijf LCI zijn aandeelhouders nog forse winsten voor. Door fraude, misleiding en falend management hebben beleggers grote schade geleden. De VEB wenst deze schade te verhalen en compensatie te verkrijgen voor gedupeerde beleggers. Na een lange enquêteprocedure daagde de VEB in 2011 de bestuurder, commissarissen en accountant PwC voor de rechter. De bestuurder en de commissarissen stelden dat de vorderingen van de beleggers waren verjaard. De Rechtbank Amsterdam ging daarin mee en heeft begin 2014 geoordeeld dat de vorderingen waren verjaard. In hoger beroep heeft het Gerechtshof Amsterdam evenwel – met de nodige voorbehouden – geoordeeld dat de vorderingen niet zijn verjaard. Het Hof heeft de inhoudelijke behandeling van de procedure hervat. De procedure tegen accountant PwC loopt nog bij de rechtbank. De VEB heeft de controledossiers opgevraagd. Deze inzage is geweigerd. De rechtbank moet nu oordelen op de inhoudelijke vraag of PwC ten onrechte een goedkeurende verklaring heeft gegeven bij de LCI-jaarrekening 2000/2001. De inhoudelijke behandeling is daarop voortgezet.

Naar verwachting zal nog geen definitief oordeel worden uitgesproken in 2019. Meer informatie (aanmelden mogelijk als u VEB-lid was voor 1 januari 2013 en sindsdien lid bent gebleven) vindt u op www.veb.net/lci.

Onderzoek: inzake Macintosh

Mogelijk relevante periode: 1 januari 2010 – 31 december 2015

De VEB en de Macintosh-curatoren bundelen de krachten in het onderzoek naar de oorzaken van het faillissement van Macintosh. Het onderzoek dient ertoe duidelijkheid te krijgen over de omstandigheden die hebben geleid tot het faillissement van deze beursgenoteerde detailhandelsonderneming, bekend van winkelformules als Scapino, Manfield en (voorheen) Kwantum. Macintosh ging in december 2015 failliet. Ook zullen de VEB en curatoren samenwerken indien uit het oorzakenonderzoek blijkt van mogelijk aansprakelijke partijen. De curatoren verwachten het onderzoek af te ronden eind 2019.

Actie: Van der Moolen

Mogelijk relevante periode: 1 januari 2005 tot en met 16 juli 2009

Stand van zaken: Compensatie uitbetaald
De VEB heeft met voormalige bestuurders en commissarissen van Van der Moolen (“VDM”) – uitsluitend zij die door de OK wegens wanbeleid aansprakelijk werden geacht – een minnelijke regeling getroffen met hun aansprakelijkheidsverzekeraar. Erkenning van enige aansprakelijkheid heeft niet plaatsgehad. De regeling houdt onder meer in dat de VEB tegen finale kwijting een schikkingsbedrag heeft ontvangen ter verdeling onder haar leden die tevens VDM-aandeelhouders zijn of waren.

Voor wie?
Van der Moolen-aandeelhouders die voor 12 december 2014 VEB-lid zijn geworden (en gebleven) en gedurende de periode vanaf 1 januari 2005 tot en met 16 juli 2009 netto verlies hebben geleden, konden in aanmerking komen voor compensatie. Aanmelding is niet meer mogelijk.

Compensatie
In de Van der Moolen-schikking hebben vrijwel alle uitbetalingen plaatsgevonden. Voor verdeling van de beschikbare gelden is een zogeheten staffel gehanteerd. Van der Moolen-beleggers die een geldige claim hebben ingediend, hebben maximaal 25 procent van het netto verlies gedurende de relevante periode gecompenseerd gekregen. Van verliezen boven de 15.000 euro is een kleiner deel vergoed.

Mocht u vragen hebben over de afwikkeling van de Van der Moolen-schikking, kunt u contact opnemen met de claims administrator. Dat kan per e-mail via info@vdmschikking.nl en telefonisch, op basis van een terugbelafspraak, via 0800-022-0954 (vanuit Nederland).

Actie: InnoConcepts

Mogelijk relevante periode: 31 mei 2006 tot en met 16 december 2010

Stand van zaken: schikking met accountant en ING: uitbetaling volgt op korte termijn, doorprocederen tegen bestuurders en commissarissen
Grove malversaties van drie sleutelfiguren binnen InnoConcepts hebben geleid tot het faillissement van het beursfonds. Controlerend accountant Deloitte heeft deze praktijken niet kunnen voorkomen en zelfs jaren voorzien van goedkeuring. Die conclusies zijn te trekken op basis van de samenvatting van het onderzoek dat de curator van InnoConcepts in het voorjaar van 2015 naar buiten heeft gebracht. De VEB heeft bestuurders, commissarissen, accountant Deloitte en huisbankier ING al in een eerder stadium aansprakelijk gesteld voor hun rol in dit beursschandaal. In december 2016 heeft de VEB oud-bestuurders en oud-commissarissen gedagvaard. De procedure is daarop vertraagd door diverse processuele schermutselingen. De inhoudelijke behandeling zal in 2019 worden voortgezet.

Schikking met Deloitte in 2017
In augustus 2017 heeft de VEB een schikking bereikt met accountant Deloitte over gedeeltelijke compensatie van gedupeerde aandeelhouders. In totaal is maximaal 6,5 miljoen euro beschikbaar als vergoeding voor koersschade van professionele en niet-professionele (particuliere) InnoConcepts-beleggers. De getroffen schikking impliceert geen erkenning van schuld of aansprakelijkheid door Deloitte. Aanmelding is niet meer mogelijk.

Schikking met ING in 2018
De VEB heeft ook een minnelijke regeling getroffen met ING, de bank die InnoConcepts heeft begeleid bij de claimemissie in december 2009. In totaal is bijna 1 miljoen euro beschikbaar als vergoeding voor koersschade van particuliere InnoConcepts-beleggers. De schikking geldt alleen voor VEB-leden die al meedoen aan de InnoConcepts/Deloitte-schikking. Dat betekent dat deze deelnemende VEB-leden een aanvullende vergoeding krijgen. De getroffen schikking impliceert geen erkenning van schuld of aansprakelijkheid door ING. Aanmelding is ook hier niet meer mogelijk.

Voor wie?
De regeling is bedoeld voor niet-professionele (particuliere) beleggers die InnoConcepts-aandeelhouder zijn geweest in de periode 31 mei 2006 tot en met 16 december 2010 en vóór 1 oktober 2017 bij de VEB lid zijn geworden, zich hebben geregistreerd als InnoConcepts-aandeelhouder en een geldige claim hebben ingediend.

Uitbetaling op korte termijn
De InnoConcepts claims administrator heeft de ingediende claims beoordeeld op geldigheid en volledigheid. Daarnaast is – in het geval van ongeldige of incomplete claims – contact opgenomen met de claimant. Op dit moment werkt de InnoConcepts claims administrator aan de compensatieberekeningen en kan de uitbetaling aan kwalificerende InnoConcepts-aandeelhouders naar verwachting begin 2019 plaatsvinden.

Vragen?
Voor al uw vragen gaat u naar www.icschikking.nl (in het InnoConcepts-claimpakket vindt u de inlogcodes). Wordt uw vraag hier niet beantwoord? Dan kunt u ook e-mailen naar info@icschikking.nl of telefonisch contact opnemen, op basis van een terugbelafspraak, via 0800-022-0954 (zonder meerkosten bereikbaar vanuit Nederland).

Actie: BP

Mogelijk relevante periode: 16 januari 2007 tot en met 25 juni 2010

Stand van zaken: naar de Hoge Raad!
De VEB heeft in 2015 oliemaatschappij BP voor de Nederlandse rechter gedaagd vanwege misleidende uitlatingen voor, tijdens en na de olieramp in de Golf van Mexico in april 2010. In deze rechtszaak treedt de VEB op voor BP-beleggers die hun aandelen hebben gekocht via een Nederlandse beleggingsrekening.

Volgens BP is de Nederlandse rechter niet bevoegd om te oordelen over de vorderingen van de Nederlandse beleggers. Dit omdat (kort gezegd) BP geen Nederlandse onderneming is en de schade niet in Nederland zou zijn geleden. De rechtbank heeft op 28 september 2016 geoordeeld dat zij niet bevoegd was.

Het Gerechtshof Amsterdam heeft dit vonnis bekrachtigd in het arrest van 7 november 2017. Het Hof concludeert dat de financiële schade van de Nederlandse beleggers weliswaar in Nederland is geleden op hun beleggingsrekening, maar dat er onvoldoende bijzondere omstandigheden voorhanden zijn om de Nederlandse rechter bevoegd te achten en over de kwestie te laten oordelen.

VEB-directeur Paul Koster zei eerder over dit arrest: “Het is voor Nederlandse en Europese beleggers van belang dat ze tegen overzienbare kosten hun recht kunnen halen als ze gedupeerd worden door beursgenoteerde ondernemingen. Dat is bij veel ondernemingen die in het buitenland gevestigd zijn uiterst lastig. Hoge proceskosten in het buitenland en het risico om daar voor alle kosten van de wederpartij op te draaien, maken het voor particuliere beleggers nagenoeg onmogelijk hun schade te verhalen. Dit terwijl die schade op hun Nederlandse beleggingsrekening is geleden en het Nederlandse rechtssysteem bij uitstek geschikt is daarover te oordelen. Met de ontkenning van de bevoegdheid van de Nederlandse rechter zullen beleggers worden ontmoedigd hun vermogen internationaal te spreiden, terwijl dit een van de basisregels van een prudente vermogensopbouw is.”

De VEB is bij de Hoge Raad in cassatie gegaan tegen het arrest van het Hof. Naar verwachting volgt pas in zomer van 2019 het arrest van de Hoge Raad.

Actie: Volkswagen

Mogelijk relevante periode: 1 januari 2008 tot en met 22 september 2015

Stand van zaken: afwachten oordeel in VEB/BP-procedure
De VEB heeft autoconcern Volkswagen voor de Nederlandse rechter gedaagd vanwege misleidende uitlatingen over sjoemelsoftware die zij heeft geïnstalleerd in dieselauto’s. De dagvaarding is begin februari 2016 uitgebracht.

In deze rechtszaak treedt de VEB op voor VW-beleggers die hun aandelen hebben gekocht via een Nederlandse beleggingsrekening. Volkswagen stelt zich net als BP op het standpunt dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is omdat VW net als BP geen Nederlandse onderneming is en de schade van de aandeelhouders niet in Nederland zou zijn geleden. Bovendien beroept VW zich op een forumkeuzebeding in haar statuten waaruit zou volgen dat de Duitse rechter bevoegd is.

De procedure tegen VW is op verzoek van beide partijen aangehouden totdat duidelijk is wat het oordeel zal zijn van de Hoge Raad in de VEB/BP-procedure.

Actie: Steinhoff

Relevante periode: 1 januari 2015 tot en met 8 december 2017

Stand van zaken: standstill met Steinhoff, procedure tegen Deloitte in 2019 op de rol
De VEB/European Investors en Steinhoff zijn op 17 oktober 2018 overeengekomen de in Nederland tussen hen lopende collectieve actie te schorsen tot 3 april 2019. De VEB/European Investors heeft als collectieve belangenbehartiger Steinhoff voor de Nederlandse rechter gedaagd voor volgens VEB onjuiste en misleidende jaarrekeningen, prospectussen en persberichten.

Steinhoff krijgt dankzij de schorsing tijd om het herstructureren van haar onderneming voort te zetten en verdere voortgang te maken met haar onderzoeken en de voorbereiding van haar financiële verslaggeving. “Steinhoff is bezig met een complexe reorganisatie, waarbij zij haar financiële verplichtingen herstructureert en haar onderzoek en financiële verslaggeving aan het afronden is. Deze overeenkomst biedt ons tijd om ons te concentreren op het voltooien van deze taken in het belang van alle stakeholders”, aldus Danie van der Merwe, huidig CEO van Steinhoff. De VEB/European Investors is akkoord gegaan met deze belangrijke stap omdat daarmee de stabilisering van de onderneming verder wordt gesteund, wat in het belang is van zowel de zittende als voormalige Steinhoff-aandeelhouders.

VEB/European Investors-directeur Paul Koster: “De VEB/European Investors beoogt met deze overeenkomst de belangen van haar institutionele partners, particuliere leden en beleggers in het algemeen te dienen.” Na de schorsing staat het de VEB/European Investors en Steinhoff vrij om de juridische procedure voort te zetten, dan wel om via onderhandelingen een schikking te bereiken voor gedupeerde aandeelhouders.

Achtergrond
De VEB en European Investors hebben op 8 december 2017 Steinhoff en vijftien bestuurders en commissarissen aansprakelijk gesteld voor de door de aandeelhouders geleden schade. Ook heeft de VEB accountant Deloitte aansprakelijk gesteld.

Steinhoff is na Ikea het grootste woondetailhandelsbedrijf van Europa. De van oorsprong Zuid-Afrikaanse onderneming bezit tientallen ketens, vooral op het gebied van meubels, bedden en matrassen. Steinhoff is een Nederlandse entiteit, statutair gevestigd te Amsterdam.

Steinhoff verloor begin december 2017 bijna 90 procent van haar beurswaarde. Aandeelhouders leden hierdoor 12 miljard euro schade. Dat gebeurde in reactie op het aangekondigde vertrek van CEO Markus Jooste en het bericht dat er onregelmatigheden zijn gevonden in de cijfers. De onregelmatigheden hadden betrekking op boekhoudkundige waarderingen van niet-Zuid-Afrikaanse activa. Deze activa werden in de jaarrekening over 2016 nog gewaardeerd op 6 miljard euro.

De VEB zet grote vraagtekens bij de informatievoorziening van Steinhoff aan beleggers. Inmiddels is gebleken dat zowel de jaarrekening over 2016 als over 2015 geen getrouw beeld geeft van de financiële positie van Steinhoff. Deloitte voorzag deze jaarrekeningen van een ongeclausuleerde goedkeurende controleverklaring. Steinhoff is onder andere genoteerd aan de beurs van Frankfurt en aan de beurs van Johannesburg, Zuid-Afrika. Overigens procedeert de VEB/European Investors ook tegen Deloitte als controlerend accountant.