VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Het ene consumentenbedrijf is het andere niet. Of er bier of huidcrème wordt verkocht, maakt nogal een verschil. Beide producten zijn een relatief kleine uitgavepost voor consumenten, maar daarmee is even alles gezegd. Terwijl Unilever de omzetprognose verhoogde, gaat Heineken dit jaar juist slechter draaien dan eerder verwacht. In Azië gingen de resultaten fors onderuit nadat de brouwer het bier duurder maakte en klanten wegliepen.

Consumenten blijken makkelijker iets meer geld te willen uitgeven aan deodorant of huidcrème dan aan een biertje. Prijsverhogingen van verreweg de populairste alcoholische versnapering stuitten de afgelopen maanden op verzet, terwijl gestegen prijzen voor bijvoorbeeld persoonlijke verzorgingsproducten hogere afzetvolumes juist niet in de weg stonden.  

De cijfers van Heineken en Unilever over de eerste zes maanden van dit jaar wijzen op sterk uiteenlopend klantgedrag. Beleggers straften de tegenvallende cijfers van ’s werelds tweede bierbrouwer af met een min van circa zesenhalf procent. Unilever overtuigde de markt wel; dat aandeel pluste een week eerder juist met ruim vijf procent.  

Prognose verlaagd   
Duidelijk is dat Heineken nu even wat minder bruist. De tweede bierbrouwer ter wereld, achter het Belgische AB InBev, verlaagde zijn winstverwachting voor dit jaar. In plaats van een “midden tot hoog enkelcijferige” stijging van de operationele winst (vóór aftrek van bijzondere kostenposten en amortisatie) rekent topman Dolf van den Brink nog maar op een “stabiele tot midden enkelcijferige stijging van de bedrijfswinst”. 

Heineken voerde over de hele linie een prijsverhoging van ongeveer tien procent door. Die hogere verkoopprijzen zorgden voor een hogere omzet: deze steeg met 6 procent naar 17,4 miljard euro. Ze waren echter bij lange na niet voldoende om de gestegen prijzen van gerst, glas, energie en transport bij te benen. Ook blijkt Heineken overigens tien procent meer kwijt te zijn aan personeelskosten dan in dezelfde periode vorig jaar.  

Een omzet die minder stijgt dan de kosten betekent onvermijdelijk een hap uit het resultaat. Heineken boekte met 1,6 miljard euro een operationeel resultaat (beia) dat 22 procent lager uitviel dan in de eerste jaarhelft van 2022. De prijsverhogingen en een wat andere verkoopmix waren dus onvoldoende om de kosteninflatie te kunnen compenseren. Van den Brink sprak in een toelichting over “een ongeziene stijging van grondstoffenprijzen en de energierekening”. Vanwege deze kosteninflatie moest Heineken volgens hem de prijzen sneller verhogen. Alles draaide de afgelopen maanden om “het doorberekenen van de inflatie”. 

Van tafel 
Het is voor Van den Brink de tweede keer in betrekkelijk korte tijd dat hij moet terugkomen op eerder uitgesproken verwachtingen. Bij zijn halfjaarrapport halverwege vorig jaar (2022) moest de bierbrouwer de winstdoelstelling voor 2023 ook al aanpassen. Gerst, aluminium en energie: vrijwel alles kostte ook toen al meer dan Heineken verwachtte. Het concern had destijds een operationele winstmarge voor 2023 voor ogen van 17 procent van de omzet, maar die ging bij die gelegenheid van tafel.  

Sindsdien had de brouwer een nieuwe doelstelling; de stijging van de operationele organische winst moest uitkomen ergens in de orde van grootte van “midden tot hoog enkelcijferig”. In plaats van een procentuele margedoelstelling ging Heineken dus over op een target in termen van winsttoename op eigen kracht (organisch).  

Tijdens de meest recente beleggersdag (Capital Markets Day) in december zei Heineken vast te houden aan die aangepaste outlook, maar daar gaat nu dus alsnog een streep door. Die opeenvolgende neerwaartse bijstellingen doen beleggers toch ook twijfelen aan de nieuwe doelstelling. Van den Brink denkt niettemin dat de kosteninflatie in de tweede jaarhelft minder zal zijn. Dat moet de druk om prijzen te verhogen volgens hem de komende tijd wat beperken, net als de volumedaling. 

Minder  
In drie van de vier regio’s waarvoor Heineken cijfers rapporteert, waren de prestaties flink minder dan analisten in hun modellen hadden staan. Europa, de Verenigde Staten en Azië stelden teleur met een  organische omzetgroei die beduidend lager was dan verwacht. In de Verenigde Staten was gerekend op een stijging van circa 12 procent, maar kwam Heineken niet verder dan een 8,6 procent hogere omzet.  

Europa deed het ook slechter dan verwacht, een omzetplus van 9 procent waar op 11 procent was gemikt. Dat kwam voor Van den Brink naar eigen zeggen niet echt als een verrassing. De kosten liepen in Europa volgens hem het hardst op. Datzelfde zei ook de nieuwe Unilever-ceo Hein Schumacher een week eerder bij de halfjaarcijfers van de consumentengoederengigant. Heineken verhoogde de verkoopprijzen met meer dan tien procent en Van den Brink had ingecalculeerd dat consumenten met hun voeten zouden stemmen. Dat gebeurde ook; Heineken verkocht bijna vijf procent minder flesjes, blikjes en fusten.   

Wegzakkende groeimotor  
Maar de lagere volumes in Europa en Afrika vielen in het niet bij wat zich de afgelopen maanden in de regio Azië afspeelde.  

De organische omzetkrimp in de regio Azië (Asia Pacific), waar behalve Vietnam ook China, Indonesië, Cambodja en Maleisië onderdeel van uitmaken, was liefst zeven procent. De operationele winst daalde met een veelvoud daarvan, namelijk 34 procent.

In Azië haalt Heineken doorgaans stevige winsten. Van alle Heineken-regio’s zijn de operationele marges in Azië het hoogst. Over heel 2022 was deze regio verantwoordelijk voor dertig procent van de operationele groepswinst, terwijl het ‘slechts’ 16 procent van de omzet leverde.   

Vietnam was de belangrijkste dissonant. Heineken is al zo’n drie decennia actief in dat land en bestempelt het al jaren als lucratieve groeimarkt. Vooral in Vietnam zet Heineken in op meer verkopen van premiumbier. De ‘kernmotor van onze groei’, noemde Heineken-topman Dolf van den Brink het land in het meest recente jaarverslag. Het afgelopen halfjaar stuitte het bedrijf daar echter op een “economische vertraging” die vooral de voor Heineken belangrijke steden “disproportioneel” raakte. De brouwer verkocht liefst een kwart minder bier, mede omdat consumenten de voorkeur gaven aan goedkopere bieren (downtrading) nadat Heineken de verkoopprijzen meer verhoogde dan andere merken deden.   

Dat Vietnam wederom achterblijft is een behoorlijke tegenvaller. Het land kent een relatief jonge bevolking die steeds meer te besteden heeft en bovendien naar grote steden trekt, waar een biertje makkelijker te bestellen is. Van den Brink blijft ondanks de tegenvallers wel positief over de regio. Het bedrijf moet gaan profiteren van de gunstige demografische karakteristieken.  

Zo komen er in Vietnam ieder jaar een miljoen potentiële bierdrinkers bij, doordat zij de alcoholgerechtigde leeftijd bereiken. En als Vietnamezen alcohol drinken, kiezen ze meestal voor bier. De brouwer heeft hier als marktleider (met als belangrijkste concurrent Sabeco, eigendom van ThaiBev) een gunstige uitgangspositie. Vietnam is na China en Japan de grootste biermarkt van Azië.

Schulden lopen op
  
De lagere bedrijfswinst mist ook zijn uitwerking op het schuldniveau van de brouwer niet. De verhouding tussen de nettoschuld en de bedrijfswinst (beia) steeg van 2,1 eind vorig jaar naar 2,7 per eind juni (op basis van een 12-maandsperiode). Dat niveau ligt hoger dan het streefgetal dat Heineken hanteert (2,5) en valt ook hoger uit dan de 2,4 in dezelfde periode vorig jaar.  

Eind dit jaar wil Heineken weer onder de 2,5 uitkomen. Voor het perspectief: in de periode tussen 2018 en 2022 was de schuldgraad alleen hoger aan het einde van coronajaar 2020. Destijds kwam die ratio uit op 3,4.  

Behalve door het lagere resultaat liep de schuldratio ook op doordat Heineken per saldo meer ging lenen. Een andere factor was dat meer geld vastzat in voorraden en dat Heineken minder facturen van toeleveranciers had openstaan (en dus al betaald had). Het verlaagde de cashpositie en verhoogde zo de nettoschuld (rentedragende schulden minus geld in kas). 

Aan het inkopen van eigen aandelen was Heineken ook nog een kleine miljard euro kwijt. Die kwamen op de markt doordat grootaandeelhouder Femsa enkele maanden geleden besloot al zijn aandelen in de Nederlandse brouwer te willen verkopen. Die Femsa-aandelen vertegenwoordigden in totaal een waarde van circa zeven miljard euro. 

Heineken is nog altijd niet vertrokken uit Rusland
  • Volgens Heineken laten de recente ontwikkelingen zien dat een vertrek uit Rusland “nog moeilijker is dan gedacht”. Heineken-topman Dolf van den Brink doelt hier vermoedelijk op de recente nationalisatie van de activiteiten van sectorgenoot Carlsberg en Danone. Terwijl die bedrijven een koper dachten te hebben gevonden, greep president Vladimir Poetin toch in en plaatste zielsverwanten aan het hoofd van beide bedrijven.  

  • VEB-voorman Gerben Everts hekelde de handelwijze van Heineken ten aanzien van Rusland in een reactie aan zakenzender RTL Z. Volgens de beleggersvereniging had de bierbrouwer de schade kunnen beperken door meteen na de inval in Oekraïne uit Rusland te vertrekken

  • “De reputatieschade voor Heineken is in waarde veel hoger dan de afschrijving op Rusland. Zoiets moet je als premium-merk constant voor ogen houden, dat moet je managen”, aldus Everts. 

  • Van den Brink zei in het halfjaarrapport “volledig gecommitteerd te zijn Rusland te verlaten, maar de timing van die exit hebben we niet zelf in de hand”. 

  • Heineken herhaalde “geen enkel financieel voordeel te accepteren van de huidige operaties in Rusland”. Ook liet het weten “niet te zullen profiteren van de verkoop van de activiteiten”. Na een eerdere afwaardering van 88 miljoen euro eind vorig jaar, boekt de brouwer nu 113 miljoen euro af. Daarmee staat de “netto boekwaarde” van de Russische activiteiten volgens Van den Brink inmiddels op nul.   



Gerelateerde artikelen