VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Na drie magere kwartalen houdt PostNL onverkort vast aan zijn winstverwachting voor het jaar. Om die te kunnen waarmaken, heeft het postbedrijf een ongeziene eindsprint nodig. En dat moet het doen terwijl de winstgevendheid onder druk staat en het afdwingen van financiële steun uit Den Haag moeilijk is.

Hoe ongunstig de voortekenen misschien ook zijn, PostNL-topman Pim Berendsen blijft strijdlustig. Het post- en pakketbedrijf herhaalde bij de derdekwartaalcijfers dat de operationele winst (genormaliseerde EBIT, de kernwinst zonder eenmalige kosten) over heel 2025 ongeveer gelijk moet zijn aan die van vorig jaar. Oftewel zo’n 53 miljoen euro.

Daar is PostNL nog ver van verwijderd. Het cumulatief verlies over het lopende jaar bedraagt 25 miljoen euro. De prognose voor het hele jaar is er dus één van formaat. In dezelfde periode vorig jaar bedroeg het verlies tot nu toe namelijk slechts negen miljoen euro.

Om het gat te dichten moet het bedrijf in het laatste kwartaal een meerjarenrecord boeken. Topman Berendsen draait er ook niet omheen: “We erkennen dat de bijdrage van de prestaties in het vierde kwartaal dit jaar nog belangrijker zal zijn dan in voorgaande jaren.”

Kortom: het wordt alles of niets in de periode waarin Black Friday, Cyber Monday, Sinterklaas, Kerst en Nieuwjaar op de agenda staan.

De belofte is niet nieuw voor beleggers. Ook vorig jaar rekende het concern op een kerstwonder. Uiteindelijk viel de winst toen tientallen miljoenen lager uit dan door PostNL beloofd.

PostNL rekent op recordwinst tijdens de feestdagen

Bron: Kwartaalrapportages PostNL. Betreft de genormaliseerde operationele winst (EBIT). Bedragen in miljoenen euro.

Binnenlandse pakketjes ook moeizaam
Het is sterk de vraag of PostNL de beloofde winst dit jaar wel kan realiseren. Eén van de pijlers van de nieuwe strategie is een sterkere focus op de winst per pakket. Het bedrijf wil daarbij minder jagen op pakketvolume en meer sturen op marge. In theorie klinkt dat verstandig, maar in de praktijk blijft het moeilijk.

Zo groeide het pakketvolume in het derde kwartaal met één procent, maar wederom dankzij internationale zendingen waar PostNL nauwelijks iets aan verdient. Vooral de grote buitenlandse platforms als Temu, Shein en AliExpress onderhandelen stevig en dwingen scherpe voorwaarden af.

Tegelijkertijd hapert de binnenlandse markt. Daar stagneert het volume al een tijdje, terwijl het aandeel van grote klanten met lagere marges toeneemt. Daardoor hield PostNL per bezorgd pakket minder over.

Het gevolg is dat het totale aantal verwerkte pakketten wel iets toenam en de omzet licht steeg, maar de winstgevendheid juist met een derde terugviel, tot een magere vier miljoen euro.

Meer pakketten, minder winst: marges onder druk in binnen- en buitenland

Bron: Kwartaalrapportages PostNL Q3. Bedragen in miljoenen euro.

Om de winstgevendheid de goede kant op te krijgen, probeert PostNL in de kosten te snijden en wil het productiever zijn, bijvoorbeeld door het plaatsen van pakketkluizen waar klanten zelf hun zending kunnen ophalen. Dat moet helpen de relatief hoge kosten van de last-mile-bezorging omlaag te brengen. Financieel directeur Linde Jansen zegt daarmee “goed op weg te zijn”, maar de kille realiteit is dat de pakketdivisie afgelopen kwartaal ongeveer één eurocent verdient aan een euro omzet.

PostNL wil de margedruk te lijf gaan met prijsdifferentiatie, een snellere levering tegen een hogere prijs en ‘best-day’ bezorging voor wie wil wachten. Dat bleek tijdens de in september gehouden beleggersdag waarin het concern de nieuwe strategie en bijbehorende financiële doelstellingen ontvouwde. In het tweede kwartaal van volgend jaar verwacht PostNL daarvan de eerste effecten te zien.

Postonderdeel als molensteen
De postdivisie blijft ondertussen een structurele verliespost. De volumes daalden in het derde kwartaal met vijf procent. Die daling viel nog enigszins mee, vooral dankzij verkiezingspost.

Over de eerste negen maanden van het jaar bedroeg het EBIT-verlies op de postbezorging al circa 43 miljoen euro. Volgens PostNL een overduidelijk signaal dat de huidige gang van zaken “ondraagbaar” is.

Het bedrijf wijst daarom opnieuw op de noodzaak van aanpassing van de Postwet. De minister heeft inmiddels een stap gezet om toe te staan dat post vanaf juli 2026 binnen twee dagen bezorgd mag worden, en vanaf juli 2027 binnen drie dagen. Toch blijft dat volgens PostNL ontoereikend om de kosten van de universele postdienst (UPD) te dekken.

Het concern wacht nog op de uitspraak in zijn beroep tegen de afwijzing van financiële steun voor 2025 en 2026. Zonder die steun blijft de postdivisie structureel verliesgevend en drukt zij zwaar op de groepsresultaten.

Ook wacht PostNL op een reactie van de minister op het verzoek om de UPD-verplichtingen geheel in te trekken. Onder de huidige omstandigheden wil het concern simpelweg af van die verlieslatende postverplichtingen.

Kloof tussen belofte en geloof
De kloof tussen de verwachtingen van het management en die van de markt is groot. PostNL mikt op 78 miljoen euro operationele winst (EBIT) in het vierde kwartaal, maar analisten rekenen op een resultaat van ongeveer een kwart minder, vergelijkbaar met dezelfde periode vorig jaar.

Die vertrouwenskloof zien we ook terug in de Breakthrough 2028-strategie. Tijdens de beleggersdag in september beloofde PostNL de winst in vier jaar tijd te verdrievoudigen en een rendement op het ingezette kapitaal te halen dat boven de kapitaalkosten ligt. Dat plan werd door de markt met scepsis ontvangen. PostNL heeft een flinke polsstok nodig. Eind vorig jaar lag dit rendement op 3,4 procent, en dat moet de 12 procent gaan overstijgen.

Na de recente kwartaalupdate is die scepsis allerminst weggenomen. Het vierde kwartaal wordt beslissend: alleen als alles meezit – volumegroei, kostenbesparingen en een vlekkeloze feestdagenoperatie – kan PostNL zijn jaarbelofte waarmaken.

Een intentie tot dividendbetaling is nog geen dividend
  • PostNL spreekt opnieuw de intentie uit om over boekjaar 2025 dividend uit te keren, in lijn met de doelstelling van een uitkeringsratio van zeventig tot negentig procent van het genormaliseerde totaalresultaat.

  • Tegelijkertijd benadrukt het bedrijf de wens om “gezond gefinancierd” te zijn, met een schuldratio (nettoschuld gedeeld door aangepaste EBITDA) onder de 2 keer.

  • De intentie om aandeelhouders dividend te betalen kan dus gaan botsen met de wens om de balansverhoudingen te bewaken. In het derde kwartaal liep de schuldratio namelijk op tot circa 2,5 keer. Topman Berendsen sloot een dividend niet uit en noemde eerder dat de uitkeringsregel “enigszins flexibel” is als de financiële vooruitzichten verbeteren.

  • Toch lijkt een dividenduitkering alleen mogelijk als de winst in het vierde kwartaal echt fors aantrekt of de overheid alsnog financiële steun verleent voor de verlieslatende postdivisie.





Gerelateerde artikelen