VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Wanneer je belegt, is er altijd sprake van een juridische relatie met een bank of broker, die zorgdraagt voor de uitvoering van je beleggingswensen. Om te weten waar je eigen verantwoordelijkheid ligt en waar die van de bank (de zorgplicht), moet je als belegger goed beseffen om welk type beleggingsrelatie het gaat.

Drie varianten
De relatie tussen belegger en bank of broker valt in een van de drie navolgende categorieën: ‘execution only’, advies, of vermogensbeheer. Een korte schets.

  
Type beleggingsrelatie Beschrijving Vooral voor Bescher-mings-niveau (zorgplicht bank)
1. Execution only

Een bank of een broker maakt het mogelijk voor een belegger om (ook zonder beleggingsadvies) orders in te leggen.

 

Als de betrokken bank of broker de belegger informeert met betrekking tot de algemene kenmerken van effecten, is er geen sprake van beleggingsadvies, maar van informatieverstrekking.
Beleggers met de vereiste kennis om zelf te beleggen Laag
2. Advies

In deze relatie geeft een bank beleggingsadviezen die de belegger vervolgens al dan niet opvolgt.

 

Bij dit type relatie is het ook mogelijk dat er geen beleggingsadvies wordt verstrekt, bijvoorbeeld in de situatie waarin de belegger op eigen initiatief contact opneemt met de beleggingsadviseur en aangeeft dat hij een bepaalde order wil inleggen zonder daarbij om advies te vragen. Het verschil met execution only op dit punt is dat er wel advies ingewonnen kan worden.
Beleggers die kennis hebben om zelf te beleggen, maar daarbij advies willen inwinnen Gemiddeld
3. Vermogens-beheer

Hiervan is sprake wanneer een belegger zijn beleggingsportefeuille laat beheren door een vermogensbeheerder.

 

Op basis van de met de belegger te maken afspraken doet de vermogensbeheerder zelfstandig aan- en verkopen van effecten. Nadere instemming van de betrokken belegger is daarbij niet vereist, hoewel beleggers voorafgaand wel geïnformeerd kunnen worden over de te verrichten transacties.
Beleggers die onvoldoende kennis hebben om zelf te beleggen Hoog

 

1. Beleggingsschade bij execution only
De kennisveronderstelling en de minimale betrokkenheid van de bank brengen met zich mee dat in geval van beleggingsschade deze in de regel geheel voor rekening van de belegger komt.

Bij execution only moet een belegger zich dus realiseren dat hij zelfstandig beleggingsbeslissingen neemt. Dat vergt een tijdsinspanning. De belegger dient steeds weer na te gaan welke risico’s verbonden zijn aan zijn beleggingskeuzes.

Wat er allemaal komt kijken bij zelf beleggingen aankopen

 

2. Beleggingsschade bij advies 
In een beleggingsadviesrelatie geldt dat na het verkrijgen van beleggingsadvies de belegger de keuze moet maken om het advies al dan niet op te volgen. Dit heeft gevolgen voor eventuele aansprakelijkheid van de bank of broker. Als een beleggingsadviseur bijvoorbeeld adviseert effecten te kopen die later alleen maar in waarde dalen, dan komen de daardoor geleden verliezen voor rekening van de belegger. Juridisch kan dit de adviseur niet kwalijk genomen worden.

Maar dat geldt niet voor adviezen die een ‘redelijk bekwaam en redelijk handelend beleggingsadviseurniet had mogen geven. In dat geval dient de betrokken adviseur de geleden schade te vergoeden. Bijvoorbeeld in het geval te riskante producten worden geadviseerd. In de praktijk blijkt het vaak lastig aan te tonen of er sprake was van ondeugdelijk advies: beleggingsadviseurs kunnen de toekomst niet voorspellen, en marktomstandigheden kunnen wijzigen.

Een belegger die een adviesrelatie aangaat, moet beseffen dat hij uiteindelijk degene is die de beleggingsbeslissing neemt. Ook wanneer de beleggingsadviseur hem (ongevraagd) met advies benadert.

Wanneer een bepaald aandeel in waarde daalt, is een beleggingsadviseur (in beginsel) niet verplicht de belegger daarop te wijzen. Ook niet wanneer de beleggingsadviseur weet dat die belegger dat bewuste aandeel in zijn portefeuille heeft. Als ‘adviesbelegger’ moet je dus goed op blijven letten.

Een adviesrelatie tussen een belegger en een bank loopt vanaf de samenstelling van de portefeuille tot aan de volledige verkoop van alle producten in die portefeuille.

 

3. Beleggingsschade bij vermogensbeheer 
Bij vermogensbeheer geldt dat als de vermogensbeheerder binnen de met de belegger gemaakte afspraken blijft, eventueel geleden beleggingsverliezen in beginsel voor rekening blijven van de belegger; in deze gevallen is er sprake van het normale beleggingsrisico.

Handelt de vermogensbeheerder evenwel in strijd met de gemaakte afspraken, dan kunnen de daardoor ontstane verliezen (deels) voor rekening komen van de vermogensbeheerder. Ook hier wordt beoordeeld of de vermogensbeheerder al dan niet heeft gehandeld als ‘een redelijk bekwaam en redelijk handelend vermogensbeheerder’ of als ‘een goed huisvader’.

Ook bij het aangaan van een vermogensbeheerrelatie is enige beleggingskennis essentieel. De belegger zal namelijk met zijn vermogensbeheerder afspraken moeten maken over de invulling van de beleggingsportefeuille en het aan- en verkoopbeleid van de vermogensbeheerder.

Bijvoorbeeld over het type effecten dat gekocht dan wel verkocht mag worden. De belegger moet bij het aangaan van de relatie dan ook weten welke risico’s in het algemeen verbonden zijn aan de verschillende soorten effecten. Verdiept een belegger zich daar niet in én vertrouwt hij geheel op zijn vermogensbeheerder, dan kan dit hem duur komen te staan in het geval van een geschil.

Overigens rust op de vermogensbeheerder wel de plicht om zich een goed beeld te vormen van de belegger. Daaronder vallen zaken als leeftijd, beleggingshorizon, beleggingsdoel, kennis en risicobereidheid. 

  

Schade verhalen       Voorbeelden beleggingsschade