Derivaten zijn financiële contracten die hun waarde ontlenen aan onderliggende waarde zoals aandelen, obligaties of grondstoffen. Zij vormen dus geen beleggingscategorie op zichzelf. Derivaten zijn altijd contracten met een tegenpartij, anoniem op de beurs of met een financiële instelling. U zou derivaten kunnen zien als een soort weddenschappen die men kan verhandelen.
Voor particuliere beleggers zijn derivaten zelden essentieel, maar ze kunnen een aanvullende rol spelen in een beleggingsportefeuille. Voor veel particuliere beleggers zijn derivaten ongeschikt, omdat ze vaak te risicovol worden ingezet waardoor het meer weg heeft van gokken dan van beleggen. Anderzijds kunnen met bijvoorbeeld opties de risico’s van een beleggingsportefeuille worden verkleind.
Er zijn in beginsel twee soorten financiële derivaten.
Beursgenoteerde derivaten
Derivaten die aan de beurs zijn genoteerd ontstaan pas als er een transactie gedaan wordt met een tegenpartij. De tegenpartij kan een andere particuliere belegger zijn maar is doorgaans een professionele beurshandelaar. De prijsvorming is transparant en duidelijk, net als bij de aandelenmarkt.
De beursgenoteerde derivaten zijn gestandaardiseerd zoals opties en futures, de kosten zijn laag en er is geen sprake van tegenpartij risico. Een centrale beurs staat garant voor het risico. Beursgenoteerde derivaten zijn geschikt voor speculatie maar óók voor risicobeheer.
Zonder zich te verdiepen in de werking van beursgenoteerde derivaten kunnen beleggers onbedoeld in lastige posities terecht komen. Daarom zijn opties en futures voor beginnende beleggers ongeschikt.
Derivaten uitgegeven door banken
Verschillende financiële instellingen zoals banken brengen derivaten uit om te verkopen aan particuliere beleggers. Deze instrumenten hebben namen zoals turbo’s, sprinters of zijn CFD’s. Omdat de bank de tegenpartij is van de particuliere belegger, kleeft hier een tegenpartij risico aan. Daarnaast zijn de kosten hoger en minder transparant, er wordt onder de motorkap met geleend geld belegd – tegen hoge rentetarieven. De AFM heeft verschillende aanbieders gewaarschuwd. Deze producten kunnen niet gebruikt worden om risico’s te beperken.
De hefboom op deze producten kan fors zijn. Dat betekent dat een stijging van 1% in een onderliggende activa bijvoorbeeld 2% in de derivaat tot gevolg heeft. Per saldo vormen grote hefbomen een groot risico. Gestructureerde certificaten van banken scharen we ook onder deze categorie. Dit betreft zeer complexe contracten die bijvoorbeeld een vast rendement uitkeren indien een aandeel gedurende een paar jaar niet onder een vastgestelde grens zakt. De voorwaarden van dit soort certificaten zijn voor particulieren nauwelijks te doorgronden.
Verstandig beleggen in derivaten
Goed geïnformeerde beleggers kunnen beursgenoteerde derivaten wel degelijk verstandig inzetten. Je kunt er namelijk het risico in je portefeuille mee finetunen. Neem bijvoorbeeld putopties. Daarmee kun je aandelenposities afdekken. Daalt de koers van het aandeel, dan wordt de schade beperkt doordat de putopties in waarde stijgen.