VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Turbo’s, Boosters, Speeders en Sprinters zijn verschillende namen voor wat feitelijk hetzelfde product is. Het verschil zit hem vooral in de uitgever of de grootte van de hefboom. We leggen op hoofdlijnen uit hoe ze werken en waar je als belegger op moet letten.

Een hefboom
Deze producten stellen beleggers in staat om met een kleine inleg flink te profiteren van een stijging of daling van een onderliggende waarde, zoals aandelen, een bepaalde index of een hoeveelheid grondstoffen.

Hoe dat mogelijk is? Omdat je als belegger slechts een fractie betaalt voor het onderliggende aandeel. De rest wordt gefinancierd met geleend geld. Hierdoor zal een kleine stijging van het aandeel een relatief grote zijn ten opzichte van het door jou geïnvesteerde bedrag.

Ter verduidelijking een voorbeeld van een Turbo long (waarmee je speculeert op een koersstijging van het aandeel):  

  • Koers aandeel bedrijf x De prijs waartegen het aandeel op de beurs verkrijgbaar is. Vanzelfsprekend staat de koers niet vast en verandert die continu. :          € 40
  • Prijs Turbo Dit is wat je als belegger op moment x voor één turbo betaalt. Voor elke turbo die je koopt, kom je in het bezit van rechten op één aandeel à € 40, in dit voorbeeld. In de praktijk koop je overigens meer dan één turbo en gaat het vaak per 100 stuks. :                              € 5
  • Financieringsniveau Dit is het bedrag dat je leent. Het geleende bedrag en de prijs van de turbo komen bij elkaar opgeteld ongeveer uit op de koers van het aandeel.:               € 35 (koers aandeel minus prijs Turbo)
  • Hefboom Door deels met geleend geld te beleggen, creëer je een hefboom. In dit voorbeeld kost de turbo 1/8 van de koers van het aandeel. Daarmee is de hefboom 8. Een waardestijging in het aandeel is namelijk 8 keer zo groot voor de turbo.:                                  8 (koers aandeel gedeeld door prijs Turbo)
     

Grafiek 1 laat zien hoe de Turbo beweegt ten opzichte van het aandeel voor verschillende koersen (35-60 euro, zie x-as). Een koersstijging van vijf euro (12.5% rendement voor het aandeel) zorgt ervoor dat de Turbo-belegger zijn inleg verdubbelt (100% rendement, oftewel 8 x 12.5%).   

Grafiek 1: Vergelijking rendement aandeel en turbo met hefboom 8*

* Let op: dit is een versimpelde weergave. De hoge kosten van het beleggen in Turbo's en soortgelijke producten zijn hierin bijvoorbeeld niet meegenomen. Nettorendementen voor Turbo-beleggers vallen dus in de praktijk lager uit en het stop-loss-niveau (zie toelichting hieronder) is daardoor sneller bereikt bij koersdalingen
 

De stekker eruit
De rendementen bij een koersstijging zien er niet slecht uit in grafiek 1. Maar er zit een behoorlijke adder onder het gras. Als de koersen dalen, kun je namelijk het merendeel van je inleg kwijtraken (de € 5 voor een Turbo in bovenstaand voorbeeld). Bij Boosters kun je zelfs je hele inleg kwijtraken. 

Deze producten hebben een zogeheten stop-loss-niveau, waarbij de bank de stekker eruit trekt zodra het verlies zo groot is dat de eigen inleg van de belegger bijna op is. Hierdoor kun je nooit meer dan je inleg verliezen en is het door de bank uitgeleende geld veilig.

In bovenstaand voorbeeld wordt het product verkocht wanneer de koers van het aandeel zo’n vier tot vijf euro daalt (tot circa 36). De belegger verliest dan grotendeels zijn inleg.
  

Hoge risico’s en kosten
Werking van Turbo's, Boosters, Speeders en SprintersDoor de grote hefboom en het stop-loss-niveau zijn de risico's van deze derivaten groot. Zeker naarmate de hefboom groeit.

Enerzijds ligt dat in de volatiliteit: aandelen – waarop Turbo's gebaseerd kunnen zijn – zijn vatbaar voor koersschommelingen. Koersen kunnen in enkele dagen, maanden of jaren flink dalen. Niemand kan deze koersen voorspellen, ook niet professionele beleggers. Bovendien zijn veel beleggers geneigd om juist de verkeerde beslissingen te nemen

Anderzijds is er sprake van hoge kosten die behoorlijk op het rendement drukken. De kans op een positief rendement wordt zo aanzienlijk beperkt. Bovendien is er ook een debiteurenrisico: de mogelijkheid dat de uitgevende instelling omvalt.

Long en short; grote en kleine hefboom
Er zijn overigens behoorlijk wat smaken. Je kunt speculeren op een koersstijging (long-variant) of op een koersdaling (short-variant). Daarnaast kun je voor een kleine of grote hefboom kiezen. De Booster is zeer vergelijkbaar met de Turbo maar heeft een veel hogere hefboom. Vaak meer dan factor 15, tot wel een absurde factor 100.

Meer over Turbo’s (vanaf bladzijde 60)