VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Aandelen staan bekend als een risicovollere beleggingscategorie: koersen kunnen in een korte tijd hard stijgen of dalen. Maar voor wie dit risico begrijpt en zich ertegen wapent, hoeft dat geen probleem te zijn. We leggen de risico's uit van het beleggen in aandelen.

Meer risico, mogelijk meer rendement
Het effect van risico’s op het koersresultaat is voor beleggers duidelijk. Zijn de verwachtingen bij een onderneming goed, dan willen beleggers meer voor een aandeel betalen en vice versa. Daarbij spelen drie soorten risico's een rol: 1) bedrijfsspecifieke risico’s Het gaat hier om factoren die enkel invloed hebben op de prestaties van één beursfonds. Denk bijvoorbeeld aan de kwaliteit van het management, de controlemechanismes en de strategie, maar ook het bestaan van een duurzaam concurrentievoordeel., 2) sectorspecifieke risico’s Bepaalde ontwikkelingen zijn van invloed op bedrijven in één of meerdere sectoren of industrieën.

Een voorbeeld is een stijging van de olieprijs. Die is goed voor de olie-industrie, maar slecht voor transport. Of een daling van de rente, die weer slecht is voor banken en pensioenverzekeraars.  
en 3) marktrisico Door algemeen economische gebeurtenissen – zoals veranderende renteniveaus of ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, maar ook door politieke gebeurtenissen (oorlogen en aanslagen) of natuurrampen – kan de aandelenmarkt als geheel dalen of stijgen. Aandelen zijn hier gevoelig voor.

Hierbij speelt het beurssentiment een belangrijke, vaak overdrijvende rol: hemelhoog juichend als het goed gaat, zwaar gedeprimeerd als het tegenzit
.

Risico's bij het beleggen in aandelenOndernemingen kampen dus per definitie met allerlei onzekerheden en als aandelenbelegger omarm je deze. Gaat het slecht met een bedrijf dan lijd je koersverlies en ontvang je geen winstuitkeringen. Of erger, het bedrijf gaat failliet en je verliest je volledige inleg. Gaat het goed dan profiteer je daarvan echter volledig mee.


Bij sommige minder risicovolle beleggingen, zoals staatsobligaties van landen met een gezonde staatshuishouding, sta je doorgaans bloot aan minder risico maar heb je ook minder of geen opwaarts potentieel. Je ontvangt een vaste vergoeding ongeacht de ontwikkelingen, uiteraard zolang de uitgevende instelling nog aan zijn betaalverplichtingen kan voldoen. 

 

Risico en de lange termijn
Een belangrijke veronderstelling is dat beleggers die meer risico nemen daar op de lange duur voor beloond worden. Immers, anders zouden zij dat risico niet meer nemen. De historische rendementen op aandelen en obligaties onderstrepen dit uitgangspunt (zie tabel 1). Aandelen deden het aanzienlijk beter. 
  

Tabel 1: Gemiddeld jaarlijks rendement Nederlandse beurs sinds 1900, gecorrigeerd voor inflatie (‘real return’)

Beleggingscategorie Rendement
Aandelen 5,0%
Obligaties 1,7% 

Bron: Global Investment Returns Yearbook 2016 (Credit Suisse)

 

Volatiliteit
Maar waar zit dat extra risico van aandelen dan in? Daarvoor moeten we kijken naar de volatiliteit: een maatstaf die de beweeglijkheid c.q. schommelingen van koersen aangeeft ten opzichte van het gemiddelde. Onder de liefhebbers van statistiek beter bekend als de standaarddeviatie.

Hoewel aandelen op de lange termijn meer op lijken te leveren dan obligaties, kan dat op korte termijn heel anders zijn. Vooral het marktrisico kan roet in het eten gooien. Vanwege de grotere onzekerheid voor aandelenbeleggers reageren de koersen van aandelen relatief heftig op nieuwe ontwikkelingen. 


In grafiek 1 worden de gemiddelde koersontwikkelingen voor aandelen afgezet tegen die van staatsobligaties met een resterende looptijd van 10 jaar (niet gecorrigeerd voor inflatie). De beweeglijkheid van aandelen is duidelijk groter. Het maximale koersverlies in een jaar was gedurende deze periode 37% voor de aandelenbelegger en 11% voor de obligatiebelegger. De hoogste koerswinst in een jaar lag respectievelijk op 37% en 23%.

Kortom, een aandelenbelegger met een beleggingshorizon van drie jaar die op het verkeerde moment instapt (bijvoorbeeld in het jaar 1999), verliest een groot deel van zijn vermogen. Een obligatiebelegger met een zelfde horizon en ongelukkig instapmoment komt er in dit voorbeeld wat beter vanaf.      

Grafiek 1: Vergelijking volatiliteit aandelen en staatsobligaties

Bron: Stern School of Business, New York University


In grafiek 2 worden de rendementen van de aandelen- en obligatiebelegger getoond die met een initiële inleg van $100 zijn blijven beleggen (niet gecorrigeerd voor inflatie). Daaruit blijkt dat de aandelenbelegger, ondanks de grotere koersverschillen (zie grafiek 1), op de langere termijn een hoger rendement boekt. Zijn vermogen is aanzienlijk meer aangegroeid dan dat van de obligatiebelegger. De periodiek hogere rendementen maken de tegenvallers meer dan goed.      

Grafiek 2: Vergelijking rendement aandelen en staatsobligaties

Bron: Stern School of Business, New York University  

 

Belangrijkste lessen voor de aandelenbelegger
Indien zelf beleggen een geschikte keuze voor je is, geven we je in ieder geval de volgende tips mee:

1. Afdekken van het marktrisico: houd aandelen gedurende een langere termijn aan. Indien de beleggingshorizon Je dient je beleggingen af te stemmen op de tijd die je hebt (voor het behalen van je beleggingsdoelen), ofwel je beleggingshorizon. Hoe langer je horizon, hoe hoger het risico dat je je kunt permitteren. De kans dat tegenvallers worden goedgemaakt, is immers groter bij een lange horizon dan bij een korter.

Naarmate je horizon korter wordt, dien je je risicoprofiel conservatiever bij te stellen. Dat betekent bijvoorbeeld meer sparen, en beleggen in obligaties.
 kort is, kan beter gekozen worden voor minder volatiele beleggingen of contanten (sparen). Lees meer over het samenstellen van een beleggingsportefeuille

2. Afdekken van sector- en bedrijfsspecifieke risico's: hanteer een gedegen spreiding van het vermogen, over verschillende aandelen in verschillende industrieën.
  

 

Meer over het rendement op aandelen