VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Do you know the only thing that gives me pleasure? It’s to see my dividends coming in.” We leggen je uit waarom. De opmerking van de in 1937 overleden oliemagnaat John Rockefeller is actueler dan ooit. Particuliere beleggers richten zich steeds meer op tussentijdse uitkeringen: dividendrendement. En gelijk hebben ze. 

Dividendrendement: een goede start is het halve werk
Op langere termijn zorgt dividend voor een verrassend groot deel van het rendement. Onderzoek wijst uit dat dividend over meerdere jaren al snel de helft van het totale rendement van een aandelenindex beslaat.

In Effect geven wij antwoord op de vraag: hoe bepaal je wat een goed dividend is, en of dit ook houdbaar is in de toekomst?


Lees meer over het rendement van dividendbeleggen bij een hogere rente

 

De impact van herbeleggen
De kracht van dividendrendement wordt nog duidelijker als de uitkering wordt herbelegd in de index. Een belegger die in 1960 duizend dollar in de Amerikaanse S&P 500-index stopte, zag dit aangroeien tot ruim zeventigduizend dollar in 2013. En dat met dank aan het zogeheten rente-op-rente-effect dat door Albert Einstein het 'achtste wereldwonder' werd genoemd. Zonder herbelegging zou de inzet ‘slechts’ zijn aangegroeid tot vijftienduizend dollar.

De volgende grafiek laat zien wat de impact van dividend herbeleggen is na meer dan honderd jaar. Het totale rendement was over deze periode ruim 30 keer zo hoog als wanneer dividend niet was herbelegd.  

De impact van dividendrendement

                                      Bron: The future for investors, Jeremy J Siegel 2005 

Hoogte van het dividend
Hoe hoger het dividend hoe beter, zou je denken. Zo werkt het dus niet, blijkt uit VEB-onderzoek naar dividendaandelen. Bedrijven die een gezonde balans aanbrengen tussen dividendbetalingen en rendabele investeringen (zogenoemde ‘aristocraten’) presteren het beste. Vaak zijn dit bedrijven die zo’n 2-5% dividendrendement opleveren.


Bovendien kennen deze bedrijven een relatief lagere volatiliteit De mate waarin de waarde van een aandeel snel kan dalen of stijgen. Hoe volatieler, hoe beweeglijker het aandeel in feite is.

Allerlei factoren kunnen zorgen voor een hogere volatiliteit, zoals conjunctuurgevoeligheid, een zwakke balans en een snel veranderende markt.
. Dividend, mits niet te hoog, lijkt te werken als een soort anker dat ervoor zorgt dat de koers niet te drastisch beweegt.


Een buitensporig hoog dividendrendement, zeg meer dan 5 procent, is vaak niets anders dan een vraagteken van beleggers of de uitkering in de toekomst wel houdbaar is. De twijfel vertaalt zich in een dalende beurskoers en dus een hoger dividendrendement.

Geen of nauwelijks dividendrendement is ook niet altijd wenselijk omdat de belegger een belangrijke rendementscomponent misloopt. Het kan ook voorkomen dat een bedrijf geen of minder dividend uitkeert, omdat het waarde kan creëren door dividend te herinvesteren in het bedrijf.

Wat de meeste aristocraten bindt, is langdurig voordeel op concurrenten – bijvoorbeeld omdat het om een sterk merk gaat met een groot marktaandeel. Daardoor hebben ze de kracht om prijzen te laten stijgen zonder dat dit het verkoopvolume aantast. Het geeft hun het vermogen om winst en dividend te laten groeien in goede én slechte tijden.

Lees ook: Gebruik de ‘Pay-out-ratio’ om het dividendrendement te bepalen 
Lees ook: Gebruik de ‘Yield on cost’ om vast te stellen hoe goed je belegging rendeert
Lees ook: Beursgenoteerde ondernemingen scoren dikke onvoldoende voor dividendbeleid

 

De zoektocht naar duurzame dividendaandelen
Houd rekening met de volgende aandachtspunten:


  1. Dividendhistorie. Heeft het bedrijf de afgelopen jaren het dividend op peil kunnen houden, of nog beter, gestaag verhoogd?
  2. Goede tijden, slechte tijden. Hoe conjunctuurbestendig is de onderneming? Uitzenders en industriële bedrijven zijn bijvoorbeeld erg gevoelig voor conjunctuurbewegingen. Dat geldt minder voor ondernemingen in defensievere sectoren zoals de voedingsindustrie (Unilever en Ahold).
  3. Verdienen. Stroomt er voldoende cash binnen voor de betaling? Als de inkomsten onder druk staan of er grote investeringen zijn aangekondigd, is er mogelijk niet voldoende cash over om dividend uit te keren.
  4. Hoeveel? Welk deel van de winst keren ondernemingen als dividend uit? Als deze pay-out-ratio relatief klein is, heeft het bedrijf marge om het dividend intact te laten bij tegenvallende resultaten. Omgekeerd is er bij een hoge pay-out-ratio het gevaar dat het mes in het dividend moet als zaken tegenvallen. 
  5. Robuust. Hoe degelijk is de balans? Bedrijven die zuchten onder een hoge schuldenlast zullen eerder geneigd zijn het dividend te passeren dan bedrijven die op een berg cash zitten.

 

Veelgestelde vragen over dividend