Wie online leest over beleggen, komt al snel allerlei verwijzingen tegen naar CFD’s, zeer risicovolle producten die meer weghebben van gokken dan verstandig investeren. In dit artikel leggen we uit hoe een CFD werkt en wat daarbij de belangrijkste risico’s zijn.
Wat is een CFD?
Het product vertoont veel overeenkomsten met de werking van Turbo’s, Speeders, Boosters en Sprinters (vanaf nu ‘Turbo’s'), maar kan onderhevig zijn aan nog grotere risico’s.
In essentie beleg je ook bij CFD’s met een hefboom Wanneer je belegt met een hefboom, koop je effecten vaak deels met geleend geld. Hierdoor kun je potentieel veel meer rendement behalen op je investering.
Stel dat je via een hefboomproduct een pakketje aandelen koopt die per stuk 40 euro waard zijn. In het geval van een hefboom van factor 8, hoef je dan slechts 5 euro te investeren in de aandelen (40/8). Een verandering van de koers van het aandeel zal in dat geval acht keer zo groot zijn voor het hefboomproduct.
Hierdoor kun je potentieel veel meer rendement maken, maar ook heel snel veel meer verliezen. in onderliggende waardes, zoals indices, aandelen, grondstoffen en valuta. Een kleine verandering in de onderliggende waarde betekent dan een veel grotere verandering in de waarde van het CFD.
Extreme koersbewegingen van derivaten gevisualiseerd
Enkele verschillen met Turbo's maken CFD's echter nog riskanter. De VEB, maar ook toezichthouders, waarschuwden beleggers in het verleden daarom al voor de risico’s van CFD-handel. De Franse toezichthouder concludeerde daarnaast al eens dat meer dan 89% van de CFD-beleggers aanzienlijke geldbedragen verliest. Het komt dan ook niet als een verrassing dat deze producten in de Verenigde Staten verboden zijn.
Verschillen met Turbo’s
Ondanks de overeenkomsten zijn er wel degelijk verschillen ten opzichte van Turbo’s. Op hoofdlijnen is een CFD in mindere mate een standaardproduct en is het niet via de beurs verkrijgbaar. Dat betekent dat beleggers meer vrijheid hebben in de wijze waarop ze het product inzetten, waarbij nieuwe risico’s ontstaan.
We zetten de verschillen met Turbo’s op een rijtje.
Mogelijk een grotere hefboom
Hoewel de maximale hefboom bij Turbo’s zo rond de 25 ligt, en bij Boosters rond een absurde 100, kan die nog hoger zijn bij CFD’s. Tot wel factor 400 wanneer je handelt in indices of grondstoffen. Bij een hefboom van 8 zie je al extreme koersbewegingen, laat staan bij een van 400. Dat heeft echt helemaal niks meer met beleggen van doen.
Dat neemt overigens niet weg dat het mogelijk is om met een kleinere hefboom in CFD’s te beleggen, vergelijkbaar met die van Turbo’s.
Margin en margin call
Om een CFD-positie te kunnen openen, moet je een 'margin' aanhouden op je rekening. Dit is het bedrag dat de CFD-aanbieder zich kan toe-eigenen in het geval van een ongunstige ontwikkeling van de onderliggende waarde. De margin-eisen (een percentage van de onderliggende waarde) verschillen per onderliggende waarde en zijn afhankelijk van de volatiliteit.
Bij een ongunstige ontwikkeling van de onderliggende waarde kan een 'margin call' plaatsvinden. Dit is het verzoek van de CFD-aanbieder om het tegoed op de rekening aan te vullen. Zo kan de positie in stand gehouden worden. Vul je niet op tijd aan, dan wordt de positie met een verlies afgewikkeld.
Vergelijk het met het bijkopen van fiches in een moeizaam verlopend pokertoernooi. Erg verleidelijk en het kan gemakkelijk tot meer verlies leiden.
Gebrekkige transparantie spreads
Hoewel de spreads De spread staat voor de verschillende prijzen waartegen een effect kan worden aangekocht of verkocht. De koper betaalt bijvoorbeeld €2.33 per CFD, terwijl de verkoper slechts €2.13 ontvangt voor dezelfde CFD op hetzelfde moment.
Het verschil – ook wel de spread – verdient de aanbieder van het product. Wie in dit voorbeeld €2.33 per CFD betaalt, heeft dus eigenlijk per direct al een verlies van bijna 10% te pakken (€2.33-€2.13= €0.20). Vrij relevante kostenpost dus. vaak helder gecommuniceerd worden op de websites van Turbo-aanbieders, is dat anders bij CFD's. CFD's worden verhandeld op de eigen platformen van aanbieders en prijzen worden niet centraal bijgehouden. Het is daardoor erg moeilijk voor beleggers om te bepalen welke partij de beste spread biedt.
Stop-loss-niveau
Terwijl Turbo’s standaard een stop-loss-niveau Bij een stop-loss-niveau kan de bank de stekker eruit trekken zodra het verlies zo groot is dat de eigen inleg van de belegger bijna op is. Op deze manier kun je als belegger nooit meer dan je inleg verliezen. ingebouwd hebben, is dat niet zo bij CFD’s. Beleggers kunnen daardoor meer verliezen dan hun inleg. Vanzelfsprekend gaat een eventuele restschuld gepaard met hogere renteverplichtingen aan de CFD-aanbieder.
Overigens is het vaak wel mogelijk om een gegarandeerde stop-loss tegen meerkosten in te stellen, maar dat is dus niet altijd verplicht. Bovendien kunnen de hogere kosten voor een stop-loss beleggers ontmoedigen om er gebruik van te maken.
Bij het niet inbouwen van een stop-loss kunnen beleggers dus achterblijven met een restschuld. Vooral de situatie waarin de koers van een aandeel onverwachts plots hard keldert, ver onder de margin-verplichting, kan beleggers duur komen te staan. En dat is toch iets dat regelmatig gebeurt, denk maar aan winstwaarschuwingen of constateringen van grootschalige fraude. Bij een shortpositie via een cfd, geldt omgekeerd dat een plotselinge koersstijging van het aandeel zeer nadelig kan uitpakken. De koers van de cfd loopt dan immers op, en de belegger moet deze tegen een veel hogere prijs terugkopen om zijn positie te sluiten.
Financieringskosten
Ook CFD’s werken met geleend geld en kennen daardoor financieringskosten. Deze worden dagelijks in mindering gebracht op de door de belegger ingelegde margin. Het belangrijkste verschil met Turbo’s is dat deze kosten niet vanaf het moment van aanschaf gerekend worden, maar pas nadat de eerste handelsdag is verlopen.
Tegenpartij risico
De tegenpartij van de belegger is doorgaans de CFD-aanbieder. Indien deze niet langer aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen (bijvoorbeeld door een faillissement), bestaat de kans dat de belegger zijn investering verliest.
Handel verloopt niet via de beurs
Terwijl Turbo’s via de beurs verhandeld worden, geldt dat niet voor CFD’s. Hierdoor kunnen beleggers ook buiten de openingstijden van de beurs handelen.
Inactiviteitsfee's
Hoewel het aanhouden van een rekening vaak gratis is, rekenen aanbieders veelal kosten wanneer een belegger gedurende enkele maanden niet handelt. Er wordt dan bijvoorbeeld $5 per maand afgeschreven.
Turbo of CFD?
De VEB is van mening dat beide producten niet geschikt zijn voor beleggers. Koersen vallen immers niet op korte termijn te voorspellen en de kosten van deze producten zijn exorbitant hoog. Hierin handelen heeft daardoor meer weg van gokken dan beleggen.
Beleggers die toch per se willen handelen in dit soort producten, doen er goed aan dat met zogenaamd ‘speelgeld’ te doen; geen significant deel van hun beleggingsportefeuille. Kies je voor CFD's stel dan altijd een stop-loss-niveau in.
De nadelen van CFD’s ten opzichte van Turbo's zijn dat de risico’s ervan vele malen hoger kunnen liggen, doordat beleggers meer kunnen verliezen dan hun inleg. Dat wordt impliciet ook een beetje aangemoedigd door de hogere kosten voor het instellen van een gegarandeerde stop-loss, als die uberhaupt al wordt aangeboden.
De kosten van CFD’s en Turbo’s zijn zeer hoog, maar ogen vergelijkbaar. Naarmate de hefboom stijgt, zie je dat de kosten oplopen.
Meer weten over CFD's? Ga naar de website van de AFM