VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Veel vermogensbeheerders en fondsmanagers wekken echter de indruk dat zij wel even de markt zullen verslaan. Is dat terecht?

Onvoorspelbaarheid
Het is inmiddels een beetje een cliché, maar door globalisering en innovatie verandert de wereld sneller dan ooit tevoren. Niemand weet wanneer een of andere whizzkid een nieuwe technologie ontwikkelt die een industrie op zijn kop zet, of wanneer maatschappelijke problemen plotseling een climax bereiken.

Neem de financiële sector. Tien jaar geleden werden banken nog als een van de veiligste beleggingen gezien. Niet veel later kwam een onverwachte klap: de kredietcrisis, die aantoonde hoe onderling verbonden het financiële systeem wel niet is. Veel banken moesten grote bedragen afschrijven en kregen lastige nieuwe regelgeving voor hun kiezen die de marges afroomt.

En alsof dat niet genoeg is, staan banken nu ook nog eens onder druk door allerlei nieuwe toetreders (denk aan robo-adviseurs) en is er onzekerheid vanuit nieuwe technologieën, zoals de blockchain, die in de toekomst nog wel eens de rol van centrale tegenpartij kan transformeren. Dit viel 10 jaar geleden niet te voorspellen.

Puur geluk
Gezien deze onvoorspelbaarheid kan niemand met zekerheid zeggen waar de volgende grote beleggingskansen zich zullen voordoen.

In zijn boek ‘Misleid door toeval’ biedt wiskundige Nassim Taleb een interessant perspectief. Een voorbeeld dat hij noemt gaat over apen en typmachines. Hij stelt dat als je een oneindig aantal apen op een typmachine laat slaan er ongetwijfeld ergens een bekende bestseller uitrolt. Maar wat zegt dit nu over de toekomstige prestaties van de succesvolle aap? Mag je ervan uitgaan dat zijn volgende boek ook een bestseller is?

Ditzelfde principe zie je bij beleggen, en daarbij is de kans op succes natuurlijk groter dan in het voorbeeld met de apen. Onderzoek toont aan dat het professionele beleggers niet lukt om de markt keer op keer te verslaan, maar doordat er zo extreem veel fondsmanagers en vermogensbeheerders zijn, is er altijd een kleine groep die het een tijdje ontzettend goed doet. Puur door toeval dus.

Het succes van 's werelds grootste beleggers
Maar wat verklaart dan het succes van oppergoeroes zoals Warren Buffett en George Soros? Het is wellicht niet de meest geliefde uitleg, maar Nassim Taleb biedt ook hierop een interessant perspectief. Hij stelt dat kleine succesjes vaak zijn toe te wijzen aan hard werken en vaardigheden, terwijl grote successen daarnaast heel veel geluk vergen.

Neem bijvoorbeeld een hedgefondsmanager die een paar zeer goede jaren draait door enkele juiste inschattingen. Die zorgen ervoor dat hij een naam krijgt en daardoor meer nieuwe beleggers weet aan te trekken. Hoe meer vermogen zijn fonds instroomt, hoe groter de belangen die hij kan nemen in bedrijven. Met grotere belangen en een sterkere reputatie krijgt hij meer invloed op de beslissingen van deze bedrijven en andere beleggers, wat (op kortere termijn) ten goede kan komen aan de resultaten van zijn fonds. Enzovoort.

Zonder die eerste zeer succesvolle jaren, die puur op toeval gebaseerd waren, was hij nooit zover gekomen. Veel andere even bekwame hedgefondsmanagers, met vergelijkbare strategieën, presteerden in dezelfde periode gelijk aan de markt of slechter.

Pas op met voorgespiegelde rendementen
Veel particuliere beleggers geloven dat professionele beleggers de markt kunnen verslaan en laten historische rendementen zwaar meewegen in hun keuze voor een aanbieder, product of dienst. Dienstverleners spelen hierop in door te pas en te onpas te schermen met 'successen'.

Inmiddels weten we dat positieve resultaten zeer waarschijnlijk niet het gevolg zijn van superieure vaardigheden, maar vooral geluk. Hoe kunnen relatief veel aanbieders dan toch zulke mooie rendementen in de etalage zetten? Hier zijn enkele verklaringen:

1. Partijen laten vooral de resultaten zien van succesvolle portefeuilles. Stel dat er vijf risicoprofielen zijn, dan wordt er één opgenomen in de marketingcommunicatie. Vanzelfsprekend krijgen de slechtst presterende fondsen nooit een plekje in de flitsende brochures van fondsbeheerders.

2. Soms worden resultaten getoond die slechts met één enkele portefeuille behaald werden. Vanzelfsprekend werd minder goed gepresteerd met andere portefeuilles.

3. De resultaten die men laat zien, zijn gebaseerd op jaren dat de beurs toch al opveerde. Nou niet bepaald een kunstje.

4. Aangehaalde resultaten zijn gekoppeld aan een niet-representatieve benchmark. Wanneer een fondsbeheerder wereldwijd kan beleggen en zijn resultaten afspiegelt aan de lokale AEX-index is dit bijvoorbeeld geen passende vergelijking. Let ook op of dividend wel of niet wordt meegenomen. Het komt nog wel eens voor dat bij de berekening van het fondsrendement wel dividend wordt meegenomen, maar bij de benchmark niet. Dat is appels met peren vergelijken.

5. Slecht presterende fondsen verdwijnen regelmatig uit de assortimenten van aanbieders, fuseren met andere fondsen en/of krijgen een andere naam. Daarmee vervalt het slechte trackrecord en begint men met een schone lei.

Gunstige voorgespiegelde rendementen kosten u geld
Omdat het vermogensbeheerders en fondsmanagers niet lukt om de markt te verslaan, kiezen steeds meer professionele en ook particuliere beleggers voor trackers (ook wel etf’s, exchange traded funds), fondsen die de markt proberen te volgen in plaats van verslaan (ook wel ‘passief beleggen’). Een resultaat dat al beter is dan het rendement van de meeste andere beleggers.

Deze fondsen bestaan uit een mandje met aandelen dat een index weerspiegelt, zoals de S&P 500 of de AEX. Doordat geen dure fondsmanagers en beleggingsanalisten nodig zijn voor portefeuilleonderhoud en analyses, liggen de kosten van deze fondsen een stuk lager. Hiermee besparen beleggers al snel vele duizenden euro's, want beleggingskosten kunnen een flinke impact hebben op lange termijn.

Lees meer over passief beleggen

Het nut van rendementen uit het verleden
Je zou je haast afvragen waar rendementen uit het verleden dan wel goed voor zijn. Nou, je kunt ze in ieder geval gebruiken ter vergelijking van fondsmanagers en vermogensbeheerders. Zo heeft een actieve beheerder die structureel onderpresteert een probleem met zijn geloofwaardigheid